Steunpunt voor de Diensten Schuldbemiddeling van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Federatie

STRIJDEN TEGEN SCHULDEN: VOOR EEN MENSWAARDIGE EN DOELTREFFENDE AANPAK

Om overmatige schuldenlast te bestrijden, is een verregaande paradigmaverandering op verschillende niveaus nodig.

1. Het beeld van de schuldenaar met overmatige schuldenlast

Het probleem van overmatige schuldenlast benaderen op basis van een model waarbij het individu als enige verantwoordelijk wordt geacht voor zijn overmatige schuldenlast, is niet pertinent en leidt tot contraproductieve oplossingen. Dit model wordt ook tegengesproken door wetenschappelijk onderzoek naar de risicofactoren die tot overmatige schuldenlast leiden.
Overmatige schuldenlast kan met name in de regel worden verklaard door (een combinatie van) meerdere (endogene of exogene) factoren , zoals:

  • Een structureel laag inkomen (en/of een onregelmatig inkomen);
  • Tegenslagen en onvoorziene levensgebeurtenissen die leiden tot een daling van het inkomen en/of een stijging van de uitgaven;
  • De opeenstapeling van (vooral gerechtelijke) invorderingskosten als men eenmaal schulden heeft (schuld creëert schuld).
    Het beeld van de ’slechte betaler’ die ’kan maar niet wil betalen’ of van de ’onverantwoordelijke geldverkwister’ die ’gestraft en/of opgevoed moet worden’, kan niet langer dienen als model voor het invorderings- en/of remediëringsbeleid.

2. Overmatige schuldenlast is geen individueel probleem, maar moet bekeken worden in het licht van zijn sociale en economische impact

Net als bij de oorzaken, moeten oplossingen voor overmatige schuldenlast niet alleen op individueel niveau worden bekeken, maar ook en vooral in termen van hun sociale, maatschappelijke en economische impact (in het bijzonder voor schuldeisers, het rechtssysteem, schuldenaars, de sociale bijstand enz.). Wat heeft het voor zin om een dure invorderingsprocedure voort te zetten of om iemand jarenlang in een omslachtige (en ook dure) collectieve schuldenregelingsprocedure te houden, als die persoon een aanzienlijk deel van zijn of haar schulden nooit zal kunnen terugbetalen?

Het is essentieel om rekening te houden met de belangen van alle betrokkenen (schuldeisers, schuldenaars) en met het grondrecht van personen en hun gezinnen op een menswaardig bestaan.

We roepen daarom op tot een mentaliteitsverandering, waarbij de strijd tegen overmatige schuldenlast niet langer uitsluitend wordt gezien als een instrument om de individuele financiële en wettelijke rechten van schuldeisers te maximaliseren, maar als een manier om het recht van de schuldenaar op een menswaardig bestaan te vrijwaren. Die strijd moet vooral een instrument zijn dat erop gericht is de ongewenste sociale effecten die het gevolg zijn van (armoede en/of) problematische schulden zo snel mogelijk weg te werken.

"Daar gaat enorm veel leed en verdriet achter schuil. De stress, eenzaamheid en uitsluiting die geldzorgen met zich meebrengen belemmeren mensen om volwaardig deel te nemen aan de samenleving. Hierdoor ontstaan ook hardnekkige problemen op andere gebieden, zoals mentale en fysieke gezondheid, onderwijs, wonen, werken, opvoeding en veiligheid. Bovendien wordt deze problematiek vaak doorgegeven aan volgende generaties.”

3. Voorkeur voor de minst ingrijpende en goedkoopste oplossingen die voor iedereen haalbaar zijn

1. Het invorderingssysteem moet schuldeisers ertoe aanzetten om altijd te kiezen voor minnelijke boven gerechtelijke invordering

Bevindingen vanuit de praktijk leren ons dat de huidige gerechtelijke invorderingsprocedures niet doeltreffend zijn. Ze ondermijnen de menselijke waardigheid van personen en gezinnen met een overmatige schuldenlast door de druk die ze opleggen en door de opeenstapeling van hoge, soms ongelimiteerde kosten. Ze schaden ook de belangen van schuldeisers omdat ze uiteindelijk elke mogelijkheid tot betaling van de oorspronkelijke schuld hypothekeren, aangezien gedeeltelijke betalingen van schuldenaars eerst worden toegerekend op de invorderingskosten en niet op de schuld als zodanig. Sterker nog, hoewel ze in eerste instantie aantrekkelijk kunnen lijken voor een individuele schuldeiser, houden ze geen rekening met de gevolgen voor de schuldenaar. Door de druk die op hem/haar wordt uitgeoefend, bestaat het gevaar dat die zijn/haar lopende vaste kosten niet langer terugbetaalt, waardoor nieuwe schulden ontstaan die tot nieuwe invorderingsmaatregelen leiden.

In een humane samenleving zou het gebruik van dwang de laatste optie moeten zijn, zeker wanneer empirisch onderzoek aantoont dat de schuldenaar zelf zelden als enige verantwoordelijk is voor zijn/haar overmatige schuldenlast. Daarom is het noodzakelijk dat overheidsinstanties, ook al beschikken zij over juridische instrumenten die hen in staat stellen om snel een uitvoerbare titel uit te vaardigen, het goede voorbeeld geven door systematisch en snel gebruik van dwingende gerechtelijke invorderingsmaatregelen te vermijden.

In dezelfde geest om zoveel mogelijk te kiezen voor minnelijke invordering, zijn we tegen elk initiatief dat de overstap naar gerechtelijke invordering vergemakkelijkt. We denken hier aan procedures waarbij het geschil wordt omgekeerd, zoals IOS-procedures (invordering van onbetwiste schulden).

2. Schuldenaars moeten worden aangemoedigd om voorrang te geven aan minnelijke schuldbemiddeling boven collectieve schuldenregeling (tenzij er een duidelijke wanverhouding is tussen schulden en vermogen).

Minnelijke schuldbemiddeling is een doeltreffende vorm van bijstand die het voordeel biedt dat ze gratis is voor de schuldenaar (als ze door een erkende schuldbemiddelingsdienst wordt uitgevoerd), dat ze de schuldenaar in staat stelt zijn eigen inkomen te beheren en autonomie te behouden, dat ze zijn/haar privacy beschermt (er is geen fichering in een databank) en dat ze niet afhankelijk is van omslachtige, ingrijpende en dure gerechtelijke procedures (voor schuldeisers, schuldenaars en de samenleving). Het doel is om de schulden van de schuldenaar volledig terug te betalen, waar alle partijen baat bij hebben. Deze procedure verdient daarom waar mogelijk altijd de voorkeur.

Collectieve schuldenregeling kan voor sommigen een oplossing zijn, maar onderwerpt de schuldenaar aan tal van beperkingen (inkomsten worden doorgestort aan een derde partij) en ingrijpende verplichtingen (toestemming vragen voor bepaalde uitgaven, fichering in een databank, vaststelling van het leefgeld door een derde partij zonder duidelijke normen). Dit leidt uiteindelijk tot een vorm van terugbetaling waar schuldeisers ook niet blij van worden (vanwege de mogelijke kwijtschelding van (een deel van de) hoofdsommen en de bijna automatische kwijtschelding van kosten en interesten) en tot aanzienlijke kosten voor de samenleving (meer bepaald het rechtssysteem, maar ook voor de schuldenaar en de schuldeisers, aangezien de kosten en erelonen van de schuldbemiddelaar eerst moeten worden betaald, voor de eigenlijke schulden worden terugbetaald). Ze moet worden voorbehouden voor situaties waarin minnelijke schuldbemiddeling geen zin heeft.

3. We moeten voorkomen dat de schuldenlast toeneemt.

Wat paradoxaal is aan de huidige economische model van invorderen is dat ze tot extra schulden leidt. Vaak zijn het de invorderingsprocedures zelf die tot overmatige schuldenlast leiden. Sommige professionele schuldinvorderaars hebben een ’ware schuldenindustrie’ ontwikkeld die hen ertoe aanzet om steeds meer onnodige kosten en handelingen aan te rekenen. Bij minnelijke invordering heeft de wetgever (boek XIX van het Wetboek van economisch recht) intussen bepaalde praktijken aan banden gelegd (plafonnering van het strafbeding). Dit is echter nog niet het geval bij gerechtelijke invordering, waar kosten het bedrag van de schuld letterlijk kunnen laten exploderen.

Daarom pleiten we voor ethisch verantwoorde invordering die moet leiden tot een menswaardige aflossing van schulden en niet tot de verrijking van de schuldinvorderaars.

4. Hulpmiddelen om overmatige schuldenlast aan te pakken lossen armoede niet op!

Hoewel armoede één van de hoofdoorzaken van overmatige schuldenlast is, zijn de oplossingen om uit de overmatige schuldenlast te raken, niet geschikt om armoede te bestrijden. De strijd tegen armoede vraagt om specifieke maatregelen, los van de maatregelen om overmatige schuldenlast aan te pakken. We denken onder andere aan het optrekken van de minimuminkomens tot boven de armoedegrens.

Tot het zover is, is het belangrijk dat beleidsmakers ook insolvabele gezinnen en personen beschermen, wanneer die schulden maken om in basisbehoeften en -diensten te voorzien.

Aanbevelingen

We hebben onze aanbevelingen gebundeld in gedetailleerde, goed gedocumenteerde dossiers. Klik op de links om ze te raadplegen:

Van al onze aanbevelingen zijn dit degene die volgens ons prioriteit hebben:

1. 1. Minnelijke invordering van schulden (zie bijlage 1)

a) Pas de regels voor de toerekening van betalingen aan door te bepalen dat elke gedeeltelijke betaling eerst in mindering wordt gebracht op de hoofdsom, dan op de interesten en ten slotte op de kosten.
b) Verlaag de plafonds in artikel XIX.4 van het Wetboek van economisch recht voor zowel de forfaitaire vergoeding als het tarief van de verwijlinteresten wanneer een consument een schuld te laat terugbetaalt.

2. Gerechtelijke invordering (zie bijlage 2)

a) Beperk de kosten van de gerechtelijke invordering door:

  • De tarifering van handelingen van gerechtsdeurwaarders te verlagen;
  • Door het aantal handelingen te beperken dat per invorderingsdossier kan worden gesteld.

b) Vermijd nodeloze invorderingsmaatregelen tegen insolvabele personen door :

  • Een bericht van insolventie aan te maken in het Centraal bestand van berichten van beslag en de wettelijke criteria voor de aanmaak ervan vast te leggen;
  • Bij roerend beslag het proces-verbaal van niet-bevinding verplicht te maken wanneer de waarde van de beslagbare goederen de kosten van de tenuitvoerlegging niet dekt en niet toelaat om een deel van de schuld af te betalen.

c) Gerechtsdeurwaarders beter controleren om onregelmatigheden doeltreffend te bestraffen door:

  • Ervoor te zorgen dat mensen gemakkelijker een beroep kunnen doen op een beslagrechter om onregelmatigheden te laten vaststellen;
  • Economische modellen van invordering aan te pakken die deurwaarders aanmoedigen om nodeloze kosten op te drijven.

***3. Minnelijke schuldbemiddeling (zie bijlage 3)

a) Leg het statuut, de opdrachten, de prerogatieven en de plichten van minnelijke bemiddelaars, schuldenaars en schuldeisers wettelijk vast.
b) Bied de minnelijke bemiddelaar - als dit noodzakelijk is - de mogelijkheid om een moratorium aan te vragen. Dat verplicht schuldeisers om hun invordering gedurende 4 maanden op te schorten. In die periode kan de bemiddelaar dan een grondige financiële analyse uitvoeren voor hij of zij eventueel een afbetalingsplan voorstelt.
c) Bied de minnelijke bemiddelaar - als dit noodzakelijk is - de mogelijkheid om via de rechtbank een ’minnelijk’ afbetalingsregeling aan de schuldeisers op te leggen die een redelijk afbetalingsvoorstel, rekening houdend met het hele dossier, weigeren.
d) Geef minnelijke bemiddelaars rechtstreeks toegang tot het Centraal bestand van berichten van beslag.

**4. 4. Collectieve schuldenregeling

a) Beperk de duur van de collectieve schuldenregeling en versoepel de voorwaarden voor de volledige kwijtschelding van schulden.
b) Garandeer de schuldenaar en zijn gezin leefgeld dat hen toelaat om een menswaardig bestaan te leiden.
c) Informeer schuldenaars beter over hun rechten en plichten tijdens de procedure en voer een doeltreffende en snelle procedure in om geschillen tussen de schuldenaar en zijn/haar gerechtelijke bemiddelaar op te lossen.
d) Geef de rechter bij herroeping de nodige vrijheid om de termijn vast te leggen waarbinnen geen nieuw verzoekschrift mag worden ingediend, met bij minder ernstige inbreuken een wachttermijn van maximum één jaar (1675/15, §1, 2°) en bij ernstigere inbreuken een wachttermijn van maximum twee jaar.
e) Vaardig de nodige uitvoeringsbesluiten uit om de in de wet opgenomen verplichte opleiding voor schuldbemiddelaars effectief in te voeren.
f) Stel in overleg met mensen uit de praktijk, zoals organisaties die zich inzetten om armoede en overmatige schuldenlast te bestrijden, een vademecum voor schuldbemiddelaars op. Dat moet de volgende zaken regelen en vastleggen:

  • De verplichtingen van de schuldbemiddelaar op het gebied van deontologie, toegankelijkheid van informatie voor de persoon in schuldbemiddeling en communicatie met deze persoon enz.
  • Hoe afschriften van de bemiddelingsrekening aan de persoon in schuldbemiddeling moeten worden bezorgd;
  • Hoe de hoogte van het leefgeld moet worden bepaald, zodat de persoon in schuldbemiddeling en zijn/haar gezin een menswaardig bestaan kunnen leiden.

Standpunt van de volgende organisaties actief in de strijd tegen overmatige schuldenlast en armoede:

PNG - 37.5 kB

Minnelijke invordering van schulden


Gerechtelijke invordering


Minnelijke schuldbemiddeling

Agenda

  • Event Steunpunt
  • Event partner
  • Opleiding

Nieuwsbrief