Gepubliceerd op juni 2023
Reeds in 20141https://feditobxl.be/fr/2014/06/la-surveillance-electronique-la-liberte-a-moindre-prix wezen de diensten voor justitieel welzijnswerk op het feit dat personen onder elektronisch toezicht geen recht hebben op een leefloon omdat ze ressorteren onder de FOD Justitie en niet de POD Maatschappelijke Integratie, en dat deze mensen bijgevolg geen inkomen ontvangen in overeenstemming met de menselijke waardigheid.
Dit rechtssysteem creëert situaties van overmatige schuldenlast, houdt mensen in grote bestaansonzekerheid en vormt een groot obstakel voor het goede verloop van de re-integratieprojecten van deze personen. Zoals we hieronder zullen zien, stelt het bedrag dat aan personen onder elektronisch toezicht wordt toegekend, hen immers niet in staat een leven te leiden in overeenstemming met de menselijke waardigheid. Ook is het in die omstandigheden onmogelijk om de dagelijkse uitgaven te dragen en eventuele schulden die tijdens de detentie werden opgebouwd en schulden die voortvloeien uit de veroordeling, terug te betalen
Bijvoorbeeld :
Mijnheer X, 2 kinderen (eenoudergezin), verlaat de gevangenis en zit de rest van zijn straf uit met een de elektronische enkelband.
Aangezien hij geen baan heeft en geen werkloosheidsuitkering ontvangt omdat hij onvoldoende dagen gewerkt heeft, bestaat zijn enige inkomen uit een leefvergoeding. Het leefloon wordt hem immers ook geweigerd vanwege zijn statuut van gedetineerde. De leefvergoeding bedraagt 145,95 euro per week.
Mijnheer X realiseert zich dat zijn maandinkomen van 600 tot 660 euro onvoldoende is om de huur te betalen en om de dagelijkse uitgaven met twee kinderen ten laste te dekken.
Hij maakt een afspraak bij het OCMW om aanvullende maatschappelijke bijstand aan te vragen, maar, nog voordat hij zijn aanvraag heeft ingediend, laat de maatschappelijk werker hem weten dat die bijstand zal geweigerd worden omdat het OCMW niet bevoegd is voor mensen onder elektronisch toezicht.
De betrokkene maakt zich grote zorgen omdat hij zijn huur en zijn dagelijkse kosten niet meer kan betalen. Verder is het voor hem ook onmogelijk om zijn schuld aan de burgerlijke partijen te voldoen, en de strafrechtelijke boetes en de gerechtskosten waartoe hij is veroordeeld, te betalen.
Dit is een situatie waar de diensten schuldbemiddeling en rechtsbijstand regelmatig mee te maken krijgen.
Het elektronisch toezicht kort uitgelegd
Het elektronisch toezicht is een wijze van tenuitvoerlegging van de vrijheidsstraf. Het maakt het mogelijk om een vrijheidsstraf buiten de gevangenis uit te zitten. De veroordeelde verblijft op het adres dat deze heeft opgeven en draagt een elektronische enkelband. Hij dient de opgelegde voorwaarden na te leven en moet zich houden aan een specifiek tijdschema dat vooraf is vastgesteld in functie van de activiteiten van de veroordeelde (opleiding, werk, vrijwilligerswerk, enz.).
De instantie die belast is met de controle van de naleving van het tijdschema is het Nationaal Centrum voor Elektronisch Toezicht en de instantie die verantwoordelijk is voor het toezicht op de naleving van de voorwaarden is het Justitiehuis.
Het elektronisch toezicht heeft een aantal doelstellingen, waaronder het bevorderen van de maatschappelijke re-integratie door uitsluiting te beperken en de sociale, familiale en professionele banden van de veroordeelde in stand te houden. Verder wordt beoogt om het aantal gevallen van recidive te verminderen en de overbevolking in gevangenissen te bestrijden, terwijl tegelijkertijd de kosten van de uitvoering van vrijheidsstraffen kan worden beperkt.
Er zijn verschillende soorten elektronisch toezicht, die door verschillende instanties worden opgelegd, afhankelijk van de veroordeling van de persoon en het stadium van de procedure:
- Als alternatief voor een gevangenisstraf2Wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis gewijzigd door de wet van 27 december 2012 houdende diverse bepalingen betreffende justitie. Koninklijk besluit van 26 december 2013 houdende tenuitvoerlegging van Titel II van de wet van 27 december 2012 houdende diverse bepalingen betreffende justitie. Ministeriële omzendbrief ET/SE-3 van 31/12/2013 betreffende het bevel tot aanhouding uitgevoerd onder elektronisch toezicht., vóór de veroordeling: de veroordeelde moet permanent op het opgegeven adres verblijven en mag de woning slechts verlaten in uitzonderlijke gevallen waarin de wet voorziet.
- Strafuitvoeringsmodaliteit voor veroordeelden: de modaliteiten verschillen afhankelijk van het feit dat de persoon is veroordeeld tot een gevangenisstraf van minder dan 3 jaar3Wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten.
Koninklijk besluit van 29 januari 2007 tot bepaling van de concrete invulling van het programma van de beperkte detentie en het elektronisch toezicht.
Ministeriële omzendbrief van 17/07/2013 nr. ET/SE-2 betreffende de reglementering inzake het elektronisch toezicht als uitvoeringsmodaliteit voor gevangenisstraffen waarvan het totaal in uitvoering zijnde gevangenisstraffen drie jaar niet overschrijdt (bijgewerkt door de MO van 26 november 2015 en van 29 april 2016)Ministeriële omzendbrief nr. 1771 van 17/01/2005
betreffende de voorlopige invrijheidsstelling, gewijzigd door de ministeriële omzendbrief nr. 1816 van 10/01/2014.. of meer dan 3 jaar4Wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten.
Koninklijk besluit van 29 januari 2007 tot bepaling van de concrete invulling van het programma van de beperkte detentie en het elektronisch toezicht, gewijzigd door het koninklijk besluit van 16 juli 2008. - Autonome straf5Artikels 37ter en 37quater van het Strafwetboek wanneer het gepleegde feit strafbaar is met een gevangenisstraf van maximaal 1 jaar: in dat geval kan de politierechtbank of de correctionele rechtbank de persoon veroordelen tot elektronisch toezicht als hoofdstraf.
- Aanvullende straf beslist door de strafuitvoeringsrechtbank als onderdeel van een terbeschikkingstelling 6Artikels 34bis tot 34quinquies van het Strafwetboek.
Welk inkomen kan een persoon onder elektronisch toezicht genieten ?
Onder elektronisch toezicht staan, betekent dat de veroordeelde niet langer in de gevangenis zit. Deze moet dan zelf in zijn levensonderhoud voorzien en alle kosten dragen die het leven in de maatschappij met zich meebrengt: huur, voeding, energierekeningen, enz. terwijl hij tegelijkertijd onderworpen is aan de meer of minder strenge voorwaarden die aan de maatregel van elektronisch toezicht gekoppeld zijn.
In bepaalde situaties mag hij het huis uit en gaan werken, in andere niet (detentie zonder mogelijkheid de woning te verlaten, beperking van de toegestane verplaatsingen, enz.). Bovendien wordt hij altijd ingeschreven op de rol van de strafinrichting en wordt hij dus beschouwd als “gedetineerde”, ten laste van de FOD Justitie . Er bestaat hierop één uitzondering: als de maatregel van elektronisch toezicht werd bevolen als een autonome straf, komt de veroordeelde niet ten laste van de FOD Justitie. Dit heeft gevolgen voor de uitkeringen waar de veroordeelde recht op heeft.
Als de veroordeelde gepensioneerd, mindervalide of ziek is, heeft hij recht op een uitkering van het ziekenfonds, een pensioen of een tegemoetkoming voor gehandicapten.
In het algemeen geldt dat als de betrokkene in aanmerking komt voor een werkloosheidsuitkering, hij deze ook kan ontvangen terwijl hij elektronisch toezicht staat, tenzij hij zich in voorlopige hechtenis bevindt zonder vrijlatingstermijn. In dat geval mag hij niet werken en, omdat hij niet beschikbaar is voor de arbeidsmarkt, kan hij ook geen aanspraak maken op een werkloosheidsuitkering.
Op welke bron van inkomsten kan hij dan rekenen ?
Als de betrokkene bij het verlaten van de gevangenis geen andere bron van inkomsten heeft, kan hij een “leefvergoeding” aanvragen, betaald door de FOD Justitie. Hij moet dan aan de hand van documenten bewijzen dat hij geen werkloosheidsuitkering of leefloon ontvangt.
Deze leefvergoeding bedraagt 97,30 euro per week, hetzij gemiddeld 440 euro/maand voor een samenwonende en tot 145,95 euro per week, hetzij gemiddeld 650 euro/maand voor een alleenstaande.
Deze bedragen zijn nauwelijks gestegen sinds 2013 en liggen lager dan die van het leefloon dat, ter herinnering, op 01.01.2023 789,29 euro/maand bedroeg voor een samenwonende, 1.183,94 euro/maand voor een alleenstaande en 1.600,03 euro voor een samenwonende met minstens één persoon ten laste.
Deze bedragen liggen ook ver onder de armoedegrens die overeenkomt met 1.293 euro per maand voor een alleenstaande7https://statbel.fgov.be/nl/themas/huishoudens/armoede-en-levensomstandigheden/risico-op-armoede-sociale-uitsluiting.
Het feit dat deze toelage wekelijks wordt betaald, maakt het nog moeilijker voor deze mensen om hun budget te beheren, dat meestal rond maandelijkse aflossingen en lasten draait.
Hoe zit het met de hulp van het OCMW ?
Gelet op deze verschillen zou men kunnen denken dat de betrokkene bij het OCMW kan aankloppen voor maatschappelijke bijstand om zijn leefvergoeding aan te vullen tot het bedrag dat erkend wordt als het minimum om menswaardig te kunnen leven.
In werkelijkheid is dit echter niet het geval. Wanneer de veroordeelde zich aanmeldt bij het OCMW om een aanvraag in te dienen, krijgt deze meestal niet de kans om dit te doen en wordt hij onmiddellijk geweigerd omdat men ervan uitgaat dat hij ten laste is van de FOD Justitie.
De POD Maatschappelijke Integratie gaf in maart 2022 een duidelijk antwoord op deze vraag op haar website, in de rubriek “Veelgestelde vragen”: “Als gevolg van het inwerking treden van de wet van 7 februari 2014 tot invoering van het elektronisch toezicht als autonome straf, bestaat het risico op vergissingen. Het is immers zo dat personen die in het toepassingsgebied van de wet van 7 februari 2014 vallen inderdaad niet onder de toepassing van artikel 39 van het KB vallen en dit in tegenstelling tot personen die veroordeeld zijn tot een andere straf en die die straf uitvoeren door middel van een elektronische enkelband. De personen die onderworpen zijn aan het elektronisch toezicht als autonome straf worden niet geholpen door de FOD Justitie, want ze zijn niet ingeschreven op de rol van de strafinrichting en ze kunnen dus een leefloon ontvangen”.
Er moet dus een onderscheid worden gemaakt tussen twee situaties:
Indien de straf onder elektronisch toezicht een autonome straf betreft, is de persoon niet op de rol van de strafinrichting ingeschreven en kan hij dus een leefloon ontvangen, voor zover hij voldoet aan de toekenningsvoorwaarden.
Indien de straf onder elektronisch toezicht echter een wijze van tenuitvoerlegging van de straf is en de persoon bijgevolg op de rol van de strafinrichting ingeschreven blijft, wordt de betaling van het leefloon opgeschort. Het gaat hier om de meerderheid van de gevallen.
Concrete gevolgen
Deze gang van zaken verergert alleen maar de precaire situatie waarin de veroordeelden zich al bevinden: problemen met het vinden van huisvesting, het betalen van rekeningen, het afbetalen van schulden, enz. Het elektronisch toezicht beperkt hun bewegingsvrijheid, alsook de duur van hun verplaatsingen, en dat kan ook extra kosten met zich meebrengen.
Er is vastgesteld dat deze toename van de bestaansonzekerheid in verschillende situaties heeft geleid tot het verlies van huisvesting, omdat de leefvergoeding ontoereikend is om een woning te huren op de particuliere markt en zelfs niet toereikend is voor een sociale woning.
Dit probleem doet zich ook voor in de onthaaltehuizen 8Als u hierover verder wilt discussiëren, organiseert AMA op 5 juni 2023 een discussieochtend met als thema: “Bracelet électronique et hébergement : trop la galère” (“Elektronische enkelband en huisvesting: een lijdensweg”) – https://www.ama.be/amatinees-2023/. Sommige tehuizen herzien hun standpunt ten aanzien van deze groep in een uiterst moeilijke financiële situatie, en weigeren met deze personen te werken. Het onthaaltehuis houdt immers een deel van het inkomen van de betrokkene in om de kosten voor huisvesting, maaltijden, enz. te betalen. De leefvergoeding volstaat niet om deze kosten te dekken.
Verder zijn ook de mogelijkheden om een tijdelijke woning te bekomen, met een lagere huur dan op de particuliere markt, beperkt door het ontoereikende bedrag van de leefvergoeding. Dat volstaat niet om de kosten van huur, rekeningen voor nutsvoorzieningen, degelijke voeding, enz. te dekken. Ten slotte maakt het feit dat de leefvergoeding wekelijks wordt betaald, het voor de betrokkene ook ingewikkelder om zijn budget te beheren.
Conclusie
De meeste personen onder elektronisch toezicht rekenen op de steun van familie en/of vrienden om hun ontoereikende inkomen als gevolg van de lage toelage van de FOD Justitie te compenseren. Dit heeft verschillende nefaste gevolgen. Ten eerste houdt het de persoon onder elektronisch toezicht in een situatie van financiële afhankelijkheid van zijn familie, wat elk vooruitzicht op zelfstandigheid en responsabilisering in de weg staat. Ten tweede blijft niet alleen de betrokkene zelf in een zeer precaire toestand steken, maar zorgt het ook voor een verdere verarming van de omgeving die hem opvangt en ondersteunt. De besparingen die de FOD Justitie realiseert door gedetineerden onder elektronisch toezicht te plaatsen, gaan ten koste van de economische situatie van de omgeving die de betrokkenen opvangt.
Wij zijn van mening dat de leefvergoeding op zijn minst moet worden afgestemd op de indicatoren van de armoedegrens en maandelijks in plaats van wekelijks moet worden uitbetaald. Het is van het grootste belang dat personen onder elektronisch toezicht een inkomen ontvangen, dat overeenkomt met het erkende minimum voor een menswaardig bestaan.
Hoe kunnen ze anders in deftige omstandigheden werken aan hun re-integratie en hun plaats in de maatschappij terugwinnen?
Wij steunen de eis van de sector van de “hulp aan gedetineerden”, die ervoor pleit dat personen onder elektronisch toezicht onder de POD Maatschappelijke Integratie zouden ressorteren (en in aanmerking komen voor een leefloon), of dat op zijn minst het bedrag van de leefvergoeding wordt verhoogd.
Verder is het belangrijk dat elke aanvraag voor maatschappelijke bijstand ter aanvulling van de leefvergoeding door de FOD Justitie wordt gehoord en onderzocht door de OCMW-raad. Het is niet aan de maatschappelijk werker om een dergelijke aanvraag te weigeren. Bovendien heeft de aanvrager, in afwezigheid van weigering van de OCMW-raad geen mogelijkheid om beroep aan te tekenen bij de arbeidsrechtbanken. Dit neemt ook elke mogelijkheid weg om voort te gaan op de beslissingen van eerdere beroepen (waarvan er te weinig zijn) om de situatie in gunstige zin te doen evolueren.
- 1
- 2Wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis gewijzigd door de wet van 27 december 2012 houdende diverse bepalingen betreffende justitie. Koninklijk besluit van 26 december 2013 houdende tenuitvoerlegging van Titel II van de wet van 27 december 2012 houdende diverse bepalingen betreffende justitie. Ministeriële omzendbrief ET/SE-3 van 31/12/2013 betreffende het bevel tot aanhouding uitgevoerd onder elektronisch toezicht
- 3Wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten.
Koninklijk besluit van 29 januari 2007 tot bepaling van de concrete invulling van het programma van de beperkte detentie en het elektronisch toezicht.
Ministeriële omzendbrief van 17/07/2013 nr. ET/SE-2 betreffende de reglementering inzake het elektronisch toezicht als uitvoeringsmodaliteit voor gevangenisstraffen waarvan het totaal in uitvoering zijnde gevangenisstraffen drie jaar niet overschrijdt (bijgewerkt door de MO van 26 november 2015 en van 29 april 2016)Ministeriële omzendbrief nr. 1771 van 17/01/2005
betreffende de voorlopige invrijheidsstelling, gewijzigd door de ministeriële omzendbrief nr. 1816 van 10/01/2014.. - 4Wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten.
Koninklijk besluit van 29 januari 2007 tot bepaling van de concrete invulling van het programma van de beperkte detentie en het elektronisch toezicht, gewijzigd door het koninklijk besluit van 16 juli 2008. - 5Artikels 37ter en 37quater van het Strafwetboek
- 6Artikels 34bis tot 34quinquies van het Strafwetboek
- 7
- 8Als u hierover verder wilt discussiëren, organiseert AMA op 5 juni 2023 een discussieochtend met als thema: “Bracelet électronique et hébergement : trop la galère” (“Elektronische enkelband en huisvesting: een lijdensweg”) – https://www.ama.be/amatinees-2023/