Overmatige schuldenlast is een belangrijk fenomeen in het Brussels Gewest en treft veel mensen die in armoede leven. De problematiek heeft een grote impact op alle levensdomeinen en leidt tot een snelle verslechtering van de levenskwaliteit, veel ellende en een juridische lijdensweg. Loonbeslag, beslag op onroerend goed, onderbreking van energie- en watervoorziening, uithuiszetting enz.… zijn gevolgen die reeds moeilijke levenssituaties nog verder verergeren.
Met uitzondering van de kredietschulden zijn er, spijtig genoeg, geen officiële gegevens over overmatige schuldenlast in het Brussels Gewest en zijn de beschikbare gegevens niet volledig genoeg om een globale schatting te kunnen maken van de omvang van het probleem, wat bijdraagt tot de onzichtbaarheid van het fenomeen.
Daarom heeft het Observatorium voor Gezondheid en Welzijn van Brussel-Hoofdstad in samenwerking met het Steunpunt voor de Diensten Schuldbemiddeling van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en bepaalde diensten voor schuldbemiddeling de beschikbare gegevens in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in kaart gebracht om een beter zicht te krijgen op het profiel van mensen met overmatige schuldenlast, de globale aard van de schulden, de factoren die aan de basis liggen van overmatige schuldenlast enz.
De analyse van de gegevens van vier diensten voor schuldbemiddeling (DSB’s) van Brusselse OCMW’s heeft verschillende vaststellingen aan het licht gebracht:
Wat betreft het profiel van mensen met een grote schuldenlast, komen de problematieken van overmatige schuldenlast meestal samen voor met armoedesituaties.
65% van de mensen die de beschouwde DSB’s opvolgen leven met een inkomen onder de armoedegrens.
Hoewel de overgrote meerderheid werkloos is en leeft van een vervangingsinkomen of sociale bijstand, merken we op dat een kwart van de mensen met een overmatige schuldenlast een baan heeft, wat impliceert dat het hebben van een baan hen hier niet automatisch tegen beschermt.
Ook eenoudergezinnen zijn sterk oververtegenwoordigd: bijna een kwart van de mensen die zich tot de DSB’s hebben gewend, verkeert in deze situatie.
Uit de studie blijkt ook dat de effectiviteit van grondrechten, zoals huisvesting en gezondheidszorg, over het algemeen niet gewaarborgd is voor de bevolking die gebruik maakt van DSB’s:
Het onvermogen om huisvestingskosten, met name nutsvoorzieningen, en gezondheidszorg te betalen zijn de voornaamste oorzaken van overmatige schuldenlast.
Meer in het algemeen liggen de “levensschulden” (samen beschouwd) aan de basis van de overmatige schuldenlast van de mensen: uit de in de studie geanalyseerde gegevens blijkt dat twee derde van de schulden van de burgers die een beroep doen op DSB’s “levensschulden” zijn, met name schulden voor huisvesting en nutsvoorzieningen, gezondheidszorg, belastingen, communicatiekosten, verzekeringen en bijdragen, vervoer, nog af te lossen schulden, crèches en scholen of alimentatie.
Krediet- of andere leningen of verkoopschulden maken 13% uit van de schulden van het publiek in kwestie.
Mensen die naar de DSB’s komen, zijn meestal al ver gevorderd in hun overmatige schuldenlast, en bevinden zich in de meeste gevallen al in gerechtelijke procedures.
Uit de beschikbare gegevens blijkt dat meer dan 60% van de personen die zich tot de DSB wenden reeds in gerechtelijke procedures verwikkeld zijn. Volgens de maatschappelijk werkers is het vaak in een laat stadium met de tussenkomst van de deurwaarder dat mensen met een overmatige schuldenlast zich tot de DSB’s wenden.
De mensen die zich tot de DSB’s in kwestie wenden, hebben gemiddeld 11 schuldeisers, en dit aantal kan pieken tot enkele tientallen schuldeisers (tot 70).
De gemiddelde schuld per persoon bedraagt meer dan 20 000 euro en de mediaan meer dan 10 000 euro.
Hoewel “levensschulden” vaker voorkomen dan kredietschulden voor mensen in armoede, blijft krediet een van de elementen die kunnen bijdragen aan overmatige schuldenlast of deze kunnen uitlokken.
In het veld stellen schuldbemiddelaars vast dat mensen in precaire situaties bijzonder kwetsbaar zijn voor consumentenkrediet om in hun basisbehoeften te voorzien of om hun achterstallige rekeningen te betalen.
De analyse van het percentage kredietnemers met ten minste één niet-terugbetaald krediet per Brusselse gemeente heeft aangetoond dat er een nauw verband bestaat tussen dit percentage en de omvang van de armoede in de gemeente: dit percentage varieert van 4% in Sint-Pieters-Woluwe tot 18% in Sint-Joost-ten-Node.
Bovendien is de kloof tussen deze uitersten in de afgelopen tien jaar groter geworden.
Er moet op gewezen worden dat dit probleem door de talrijke gevolgen van de crisis van Covid-19 waarschijnlijk nog zal toenemen en een groter aantal mensen in het Brussels Gewest zal treffen.
De strijd tegen overmatige schuldenlast, een fenomeen dat het risico om sociale rechten te verliezen accentueert, vereist een hogere zichtbaarheid. Deze acties zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en zijn onontbeerlijk om iedereen toe te laten een menswaardig leven te leiden.