Documenten nuttige documentatie Nieuwe wet betreffende de digitalisering van justitie (15 mei 2024)

Nieuwe wet betreffende de digitalisering van justitie (15 mei 2024)

Bijgewerkt op 30/09/2024 — Inhoudsjaar : 2024

Delen

Betekening op elektronische wijze1Art. 32quater van het Gerechtelijk Wetboek

In veel gevallen kunnen gerechtsdeurwaarders ervoor kiezen om stukken elektronisch te betekenen in plaats van langs de klassieke weg. Het Centraal register van gedematerialiseerde authentieke akten van gerechtsdeurwaarders is opgericht om alle authentieke akten in gedematerialiseerde vorm te centraliseren.

Stukken die persoonlijk worden afgegeven, moeten binnen de drie dagen na de betekening handmatig worden geüpload, terwijl stukken die op elektronische wijze worden betekend op een “gerechtelijk elektronisch adres” automatisch worden opgenomen in het Centraal register. Er is echter geen voorafgaande toestemming van de geadresseerde nodig om het stuk op deze wijze te kunnen betekenen. De betekening wordt dus als geldig beschouwd door de eenvoudige verzending ervan naar het gerechtelijk elektronisch adres, zonder dat er enige zekerheid bestaat dat de geadresseerde er kennis van heeft kunnen nemen.

Deze bepalingen zijn aangepast om meer rechtszekerheid te bieden. De tekst van de wet corrigeert de hierboven beschreven situatie door de nadruk te leggen op de daadwerkelijke ontvangst van de betekening door de geadresseerde als conditio sine qua non om de betekening als geldig te beschouwen. Voortaan wordt de betekening pas geacht daadwerkelijk te hebben plaatsgevonden op voorwaarde dat de geadresseerde kennis heeft genomen van die bepaalde betekening en dit via opening van het bericht tot betekening. De gerechtsdeurwaarder moet er dus voor zorgen dat de geadresseerde weet dat de betekening heeft plaatsgevonden en de akte in ontvangst heeft kunnen nemen.

Opgelet: Deze vereiste is alleen van toepassing wanneer de betekening gebeurt op het gerechtelijk elektronisch adres van de geadresseerde. Indien de betekening daarentegen gebeurt “op elektronische wijze op het elektronisch domicilieadres van de geadresseerde”, moet de geadresseerde vooraf zijn toestemming geven voor deze wijze van betekening.

In beide gevallen wordt een bericht van bevestiging van betekening langs elektronische weg verzonden door het platform e-Betekening, ofwel bij de opening van het bericht tot betekening op elektronische wijze (betekening op het gerechtelijk elektronisch adres), ofwel bij het verlenen van toestemming tot betekening op elektronische wijze door de geadresseerde (betekening op elektronisch domicilieadres). Indien dit bericht van bevestiging van betekening niet binnen de 24 uur volgend op de verzending van het bericht tot betekening op elektronische wijze (betekening op het gerechtelijk elektronisch adres) of het verzoek tot toestemming tot betekening (betekening op elektronisch domicilieadres) is verzonden, zal worden beschouwd dat de betekening onmogelijk is en niet heeft plaatsgevonden.

Er dient opgemerkt dat de gerechtsdeurwaarder steeds de mogelijkheid behoudt om te opteren voor een betekening aan de persoon, naargelang het geval.

Inwerkingtreding op 1 juni 2026.

Raadpleging van rechterlijke beslissingen2Art. 792 van het Gerechtelijk Wetboek

Gerechtelijke beslissingen worden voortaan niet meer door de griffie naar de partijen gestuurd. In plaats daarvan ontvangen de partijen (of hun advocaten) een kennisgeving dat de beslissing kan worden geraadpleegd op Justonweb.

Deze kennisgeving wordt verstuurd naar het gerechtelijk elektronisch adres van de partijen. Bij gebreke daaraan, wordt de kennisgeving verzonden naar het laatste mailadres dat in het kader van de procedure is opgegeven. Indien de persoon werd vertegenwoordigd door een advocaat, wordt de kennisgeving verstuurd naar het professionele mailadres van de advocaat. Kennisgeving gebeurt alleen per gewone brief als er geen elektronisch adres bekend is bij de griffier of als de kennisgeving op het elektronisch adres duidelijk mislukt is. In dat geval kan de partij aan de griffier vragen om een kosteloos niet-ondertekend afschrift van de beslissing te ontvangen, bij gewone brief of op elektronische wijze op een elektronisch adres van zijn keuze.

Inwerkingtreding op 1 juni  2026.

Meerdere geadresseerden bij dezelfde lasthebber3Art. 39 van het Gerechtelijk Wetboek

Wanneer de betekening gebeurt op het domicilieadres van de lasthebber (= avocaat), wordt de betekening tegenover het geheel van de geadresseerden geacht te zijn geschied door de overhandiging van één enkel afschrift van de akte aan de lasthebber.

Inwerkingtreding op 1 juni 2026.

Toegang tot het centraal aanspreekpunt van rekeningen4Art. 1539bis van het Gerechtelijk Wetboek

Met het oog op de uitvoering van een bankbeslag onder derden hebben gerechtsdeurwaarders voortaan (via de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders) toegang tot het centraal aanspreekpunt van rekeningen en financiële contracten (CAP) teneinde kennis te nemen van de financiële instellingen waarbij de schuldenaars rekeningen hebben, en te kunnen bepalen of het beschikbare saldo hoger of lager is dan het bedrag waarop beslag wordt gelegd. Het bedrag op de rekeningen wordt alleen aan de deurwaarder meegedeeld als het beschikbare saldo lager is dan het bedrag waarop beslag wordt gelegd.

De mening van het Steunpunt: Tot nu toe hadden deurwaarders geen rechtstreekse toegang tot het CAP, maar moesten ze hiertoe een verzoek richten aan de beslagrechter. We stellen vast dat deurwaarders toegang hebben tot steeds meer gegevens over de solvabiliteit van schuldenaren om onnodige gerechtelijke stappen te voorkomen (tegen personen die onvermogend zouden zijn). De wet bevat op dit vlak echter geen enkele verbodsbepaling. Niets belet de deurwaarder dus over te gaan tot uitvoering (beslag te leggen op de rekening) om druk uit te oefenen op de schuldenaar, zelfs als de persoon insolvent blijkt te zijn (bijvoorbeeld als er alleen het bedrag van het leefloon op de rekening staat).

Inwerkingtreding op 1 juni 2026.

Uitvoerbaarverklaring van het bevel tot betaling5Art. 216bis/1, §4 van het Wetboek van Strafvordering

De wet bepaalt voortaan dat de uitvoerbaarverklaring van het bevel tot betaling de strafvordering doet vervallen.

Inwerkingtreding op 1 juni 2026.

Solidariteitsfonds van de NKGB6Art. 555/1ter van het Gerechtelijk Wetboek

Er wordt een Solidariteitsfonds opgericht bij de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders (NKGB). Dit fonds ondersteunt de gerechtsdeurwaarders om te kunnen voldoen aan het toe te passen tarief inzake bepaalde handelingen in burgerlijke en handelszaken.

Het zal ook kunnen worden aangewend voor de financiering van maatschappelijk zinvolle doelen of voor projecten die verband houden met de beroepsactiviteiten van de beroepsgroep van gerechtsdeurwaarders (bv.: projecten ter bestrijding van overmatige schuldenlast, opleidingen inzake samenwerking tussen hulpverleners bij schuldoverlast en gerechtsdeurwaarders, enz.). Deze solidariteit zal het mogelijk maken om de schuldenaar vrij te stellen van de betaling van een deel van de aktekosten. Ter compensatie van het deel dat niet door de schuldenaar zal worden betaald, zal de gerechtsdeurwaarder een beroep kunnen doen op het fonds. De lijst van de betrokken akten zal bij koninklijk besluit worden vastgesteld.

De mening van het Steunpunt: We zijn zeer benieuwd naar de daadwerkelijke aanwending van dit fonds en naar de projecten die ermee gefinancierd zullen worden. We hopen dat het bijvoorbeeld niet gebruikt zal worden om informaticaplatformen op te zetten, onder het voorwendsel dat dergelijke platformen of databanken nuttige instrumenten zijn in de strijd tegen overmatige schuldenlast. Bovendien zouden we graag duidelijke criteria zien voor de gevallen waarin deurwaarders niet de volledige aktekosten in rekening mogen brengen, in het bijzonder wanneer dit de schuldeiser ten goede zou komen in het geval van insolventie van de schuldenaar.

Inwerkingtreding op 1 juni 2026.


  • 1
    Art. 32quater van het Gerechtelijk Wetboek
  • 2
    Art. 792 van het Gerechtelijk Wetboek
  • 3
    Art. 39 van het Gerechtelijk Wetboek
  • 4
    Art. 1539bis van het Gerechtelijk Wetboek
  • 5
    Art. 216bis/1, §4 van het Wetboek van Strafvordering
  • 6
    Art. 555/1ter van het Gerechtelijk Wetboek