Documenten nuttige documentatie Hoe onderhandelen met de FOD FINANCIËN

Hoe onderhandelen met de FOD FINANCIËN

Bijgewerkt op 04/07/2024 — Inhoudsjaar : 2021

Delen

Artikel verschenen in « Les Echos du Crédit et de l’Endettement » n°71 (juli-augustus-september 2021)


De algemene regel is dat elke ingevorderde schuld onmiddellijk en volledig betaald moet worden, omdat een “normaal voorzichtig en redelijk” persoon (een begrip dat het concept van de “goede huisvader” vervangt, dat niet langer is aangepast aan de huidige maatschappelijke realiteit) immers zijn budget degelijk beheert en anticipeert op kosten die betaald moeten worden.

Dit geldt in het bijzonder voor BELASTINGSCHULDEN, die terugkerende en voorspelbare schulden zijn waaraan elke goede burger prioriteit zou moeten geven. Het toekennen van langere betalingstermijnen of soepele betalingsmogelijkheden is mogelijk, maar moet worden beschouwd als een gunst.

De overheid is zich er evenwel terdege van bewust dat de realiteit niet altijd zo rooskleurig is, dat men pech kan hebben of dat bepaalde situaties aangepaste maatregelen vereisen. Daarom heeft de belastingadministratie, die belast is met de invordering van schulden aan de overheid en belichaamd wordt door de Federale Overheidsdienst Financiën (FOD Financiën), verschillende procedures voorzien om uitstel van betaling of betalingsfaciliteiten te kunnen toekennen. Deze procedures zijn gestandaardiseerd zodat alle vragen op dezelfde manier kunnen worden behandeld.

In wat volgt geven we uitleg bij deze verschillende procedures aan de hand van concrete situaties waar schuldbemiddelaars mee te maken krijgen:

Fatima is vorig jaar via een interimkantoor beginnen werken als tijdelijke receptioniste. Men had haar ervoor gewaarschuwd dat in dit soort gevallen vaak onvoldoende bedrijfsvoorheffing wordt ingehouden en daarom had ze hiervoor ongeveer € 1.000,00 opzij gelegd. Na ontvangst van haar aanslagbiljet bleek echter dat de overheid € 1.800,00 vordert. Het is voor haar onmogelijk om dit bedrag bij elkaar te krijgen voor het einde van de betalingstermijn, zijnde 2 maanden na ontvangst van het aanslagbiljet. Ze overweegt een lening aan te gaan om haar belastingschuld te betalen en vraagt hieromtrent uw advies. Hoe kunt u haar helpen?


Een krediet aangaan in dit soort situaties is een heel slecht idee. Niet alleen is de rente op een krediet (doorgaans meer dan 10%) vaak hoger dan de rente voor laattijdige betaling van een belastingschuld (4% per jaar voor elk bedrag vanaf € 1.500,00, dat slechts één keer per maand wordt berekend aan het begin van de maand 1Artikel 414, § 1 WIB 1992), maar bovendien kan Fatima gemakkelijk betalingsfaciliteiten bekomen van de overheid. U moet haar dus adviseren om contact op te nemen met het Team Invordering (de “entiteit” van de FOD Financiën die verantwoordelijk is voor de invordering van belastingschulden en die werkt in opdracht van de Ontvanger) via het MyMinFin-portaal of via het Infocentrum van haar arrondissement (per mail, post of ter plaatse op het kantoor van het Team Invordering 2Sinds 18/06/2021 kan de FOD Financiën “onder bepaalde voorwaarden” zelfs een afbetalingsplan aanvaarden per telefoon ), om een afbetalingsplan aan te vragen over maximaal 4 maanden. Ze hoeft haar verzoek niet te rechtvaardigen of te motiveren, en zal dus in totaal genieten van een betalingstermijn van 6 maanden, te tellen vanaf de datum van ontvangst van haar aanslagbiljet, om de resterende € 800,00 te betalen, bijvoorbeeld in schijven van € 200,00 per maand, en dit zonder extra kosten.

Als 4 extra maanden niet genoeg zijn, kan Fatima via dezelfde kanalen een afbetalingsplan aanvragen over maximaal 12 maanden 3Dit maximum kan sinds 18/06/2021 in bijzondere omstandigheden en in geval van structurele betalingsproblemen worden verlengd tot 18 maanden. . Ze moet haar aanvraag dan wel motiveren en haar situatie uitleggen om het voorgestelde afbetalingsbedrag te rechtvaardigen, bijvoorbeeld door aan te tonen dat haar budget haar niet toelaat meer af te betalen. Let wel, als ze intussen aan hetzelfde tempo tijdelijke arbeid blijft verrichten, zal ze ook voor het volgende jaar een zelfde bedrag moeten voorzien aan belastingen. Verder is het ook mogelijk dat de aanvraag geweigerd wordt. Als de ontvanger van mening is dat de middelen van de aanvrager niet voldoende zijn om de schuld op een fatsoenlijke manier in minder dan een jaar aan te zuiveren, of als de schuldenaar een regeling over meer dan 12 maanden 4Of 18 maanden (zie noot onder punt 3) aanvraagt, zal het afbetalingsplan geweigerd worden en wordt de aanvrager doorverwezen naar een van de andere bestaande procedures.

Alberto is al enkele jaren werkloos en ontvangt een werkloosheidsuitkering voor een alleenstaande. Hij heeft een opleiding tot verzorger gevolgd, maar na de dood van zijn vader heeft hij zijn moeder in huis genomen om voor haar te zorgen. Een jaar later vond hij opnieuw werk en werd toen gecontacteerd door de RVA die een herberekening had gedaan. Voor de maanden die volgden op de dag dat zijn moeder bij hem was ingetrokken, vorderde de RVA het verschil terug tussen de uitkering voor een alleenstaande en de uitkering die hij had moeten ontvangen als samenwonende. Helaas is dit een te groot bedrag voor Alberto die toch al op een zeer krap budget leeft. Hij kan dus niet betalen en bijgevolg wordt het dossier ter invordering overgedragen aan de FOD Financiën. Wat kan Alberto doen? Een afbetalingsplan over minder dan 12 maanden 5Of 18 maanden (zie noot onder punt 3) is absoluut uitgesloten gelet op zijn beperkt budget en de beperkte middelen van zijn moeder.

Alberto kan een Administratieve Schuldenregeling (of ASR) aanvragen, waardoor hij zijn schuld in maximaal 60 maanden, dus 5 jaar, zou kunnen afbetalen. Hiervoor zal hij wel open kaart moeten spelen en zijn volledige financiële situatie uit de doeken moeten doen voor de FOD. Deze wordt volledig in kaart gebracht via een formulier van niet minder dan 7 pagina’s. Dat formulier is niet te vinden op het internet. Het zal hem worden toegezonden door de Ontvanger, dat wil zeggen het hoofd van het Team Invordering. Deze laatste zal dit doen op eigen initiatief of na de weigering van de aanvraag van een “klassiek” afbetalingsplan. Het ingevulde formulier wordt dan niet teruggezonden naar het Team Invordering, maar wel naar de Adviseur-Generaal van de Inning en de Invordering 6Die ook de titel draagt van Gewestelijk Directeur van het Regionaal Invorderingscentrum en hier kan worden opgezocht: https://eservices.minfin.fgov.be/annucomp/changeLanguage.do?language=nl_BE

De aanvraag van een ASR kan samengaan met een aanvraag tot vrijstelling van nalatigheidsinteresten 7Artikel 417 WIB 92 en art. 70 WMGI, het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering.. Deze vrijstelling kan het geheel of een deel van de interesten betreffen en kan zelfs ambtshalve worden toegekend (maar het is beter om ze toch aan te vragen). De toekenning valt echter onder de discretionaire bevoegdheid van de Adviseur-Generaal en kan nooit aanleiding geven tot de teruggave van een som aan de belastingplichtige 8Behalve indien deze interesten werden betaald na de aanvraag tot vrijstelling.. Dit geldt ook voor eventuele boetes en verhogingen 9Wet van 29 maart 2018 waarvoor de aanvraag tot vrijstelling moet worden ingediend bij de Cel Administratieve Sancties (CAS) van de Fiscale bemiddelingsdienst.

Belangrijk om weten is dat, als Alberto een beroep doet op een erkende dienst schuldbemiddeling, het formulier van 7 pagina’s niet hoeft ingevuld te worden. Ook dient er dan geen voorafgaande aanvraag ingediend te worden bij de ontvanger. De belastingdienst heeft immers beslist om de diensten schuldbemiddeling te behandelen als vertrouwenspartners en te vertrouwen op hun budgetanalyse en hun oordeel wanneer zij van mening zijn dat een afbetalingsplan van minder dan 1 jaar voor de cliënt in kwestie niet haalbaar is.

Merk op dat de ASR niet mogelijk zou zijn geweest als Alberto nog steeds werkloos was. In dat geval zou de RVA waarschijnlijk artikel 1410 §4 van het Gerechtelijk Wetboek ingeroepen hebben en 10% op de volgende uitkeringen van Alberto hebben ingehouden. De zaak zou dan niet naar de FOD zijn doorverwezen. Aangezien de ASR tot de exclusieve bevoegdheid van de FOD behoort, kan deze niet worden geactiveerd als het dossier elders wordt behandeld.

Als Alberto tijdens de uitvoering van zijn ASR een nieuwe schuld opbouwt ten aanzien van de overheid, bijvoorbeeld een belastingschuld10De ASR is een procedure die uit de praktijk is ontstaan en niet beschreven is in het WMGI. Ze is van toepassing op alle soorten schulden die door de FOD Financiën worden ingevorderd, inclusief DAVO-schulden en strafrechtelijke boetes. , zou hij in theorie een 2de ASR kunnen aanvragen. De wet verbiedt inderdaad niet dat meerdere ASR kunnen worden gecumuleerd, maar hiervoor zal men wel grondige redenen moeten aandragen. De Adviseur-Generaal heeft dan wel een discretionaire bevoegdheid wat betreft het toekennen van betalingsfaciliteiten, maar elke weigering moet desalniettemin gemotiveerd worden. En wie “motivering” zegt, zegt ook “mogelijkheid van beroep” voor de rechtbank.

Roberta was zonder huwelijkscontract gehuwd met Boris, maar ze zijn nu feitelijk gescheiden. Sinds hun scheiding heeft Boris de boekhouding van zijn IT-consultancybedrijf wat verwaarloosd en aanzienlijke btw-schulden opgebouwd. Gelet op het toepasselijke huwelijksstelsel heeft de FOD Financiën volkomen het recht om bij Roberta aan te kloppen voor de betaling van btw-schulden. Roberta, die onlangs bij haar nieuwe vriend is ingetrokken, wendt zich tot u omdat ze bang is dat de deurwaarders beslag zullen leggen op zijn inboedel, wat ongetwijfeld een hypotheek zou leggen op hun ontluikende romance. Wat moet u haar adviseren?

Wanneer een “ongelukkige en bonafide” gebruiker zich in een situatie bevindt waarin hij niet in staat is om zijn schuld aan de FOD Financiën te betalen, kan hij een ONBEPERKT UITSTEL van INVORDERING (OUI) 11Art. 63 tot 69 WMGI of https://www.minfin.fgov.be/myminfin-web/pages/public/fisconet/document/6f786127-79ec-45d0-b35c-b7a2c3960873 aanvragen. Het betreft hier een buitengewone maatregel die sinds 2007 bestaat en waarbij de FOD onder bepaalde omstandigheden afziet van de invordering van verschuldigde bedragen onder een voorwaarde die zij op discretionaire wijze stelt (vaak moet de belastingplichtige binnen een bepaalde termijn een deel van het bedrag betalen). Let wel, het uitstel wordt pas verleend nadat aan de opgelegde voorwaarde is voldaan en kan worden ingetrokken als achteraf blijkt dat de gebruiker valse verklaringen heeft afgelegd of wetens en willens zijn insolvabiliteit organiseert.

Deze procedure was vroeger enkel mogelijk voor belasting- en btw-schulden, maar werd nu uitgebreid naar alle soorten schulden die door de FOD Financiën worden ingevorderd, BEHALVE:

  • strafrechtelijke boetes (hoofdsom en bijhorigheden)
  • DAVO-schulden
  • griffierechten (behalve de “rolrechten”)

Om haar aanvraag in te dienen, moet Roberta een formulier van 10 pagina’s invullen dat kan worden gedownload op de website van de FOD Financiën 12Opgelet: het formulier is nog niet bijgewerkt en gaat er nog steeds van uit dat het uitstel enkel geldt voor btw- en belastingschulden. Sinds de invoering van het WMGI is deze procedure echter ook van toepassing op schulden die vallen onder het WMGI. en waarin zij haar situatie moet uitleggen en haar aanvraag moet motiveren. Het formulier moet per aangetekend schrijven worden opgestuurd naar de Adviseur-Generaal van de administratie van de FOD Financiën van haar woonplaats 13De territoriaal bevoegde Adviseur-Generaal kan HIER worden opgezocht: https://eservices.minfin.fgov.be/annucomp/UI01_15_act01_loadSearch.do . Houd er rekening mee dat de FOD tal van onderzoeksbevoegdheden heeft en deze gebruikt om de informatie in de aanvraag tot uitstel te controleren. Merk op dat deze procedure ambtshalve door de ontvanger had kunnen worden voorgesteld.

De Adviseur-Generaal neemt binnen de 6 maanden een beslissing en maakt deze per aangetekend schrijven bekend. In tussentijd is elk nieuw beslag verboden en worden reeds lopende beslagen opgeschort. De FOD behoudt zich tijdens die periode echter wel het recht voor om eventuele belastingteruggaves of btw-kredieten in te houden, over te gaan tot bewarend beslag of een hypothecaire inschrijving te nemen op een onroerend goed.

In geval van weigering kan binnen de maand na de kennisgeving van de weigering beroep worden aangetekend bij de Beroepscommissie 14 Het beroep moet worden gericht aan de FOD Financiën, Beroepscommissie “Onbeperkt uitstel van invordering”, Koning Albert II-laan 33 – bus 44 te 1030 Brussel die, na ontvangst van het beroep, drie maanden de tijd heeft om haar antwoord per aangetekende brief bekend te maken.

Tegen de beslissing van de Beroepscommissie kan eveneens beroep worden aangetekend bij de rechtbank van eerste aanleg, bij deurwaardersexploot.

Roger, een kapper aan huis, raakte zodanig overweldigd door de verplichtingen waaraan hij als zelfstandige moest voldoen dat hij een burn-out kreeg, met als gevolg dat hij enkele maanden zonder inkomen kwam te zitten. Nu heeft hij een baan gevonden als loontrekkende in het kapsalon van zijn vriendin Anita, maar hij heeft veel schulden opgebouwd, waaronder achterstallige huur en btw-betalingen. Hij heeft gehoord dat er zoiets bestaat als een onbeperkt uitstel en meent dat het een goede oplossing zou zijn om hem van een deel van zijn schulden af te helpen. Hij gaat raad vragen bij een dienst schuldbemiddeling om uit te zoeken hoe hij best tewerk gaat. Wat kunt u Roger adviseren?


Helaas voor Roger zijn de voorwaarden om te kunnen genieten van het onbeperkt uitstel erg streng. Als het uitstel van toepassing is op btw-schulden, mag de debiteur geen andere schuld hebben. Gelet op de overige schulden die tijdens de arbeidsongeschiktheid werden opgebouwd, zal het uitstel niet worden toegekend.

De overige voorwaarden om aanspraak te kunnen maken op het onbeperkt uitstel zijn de volgende:

  • De debiteur moet een natuurlijke persoon zijn (dus niet van toepassing op ondernemingen).
  • Hij mag zijn eigen insolventie niet hebben georganiseerd.
  • Schulden mogen niet het voorwerp uitmaken van een administratief beroep of van een gerechtelijke invordering.
  • Er mag geen belastingfraude zijn vastgesteld.
  • De debiteur mag in de afgelopen 5 jaar niet hebben genoten van een onbeperkt uitstel.

Aangezien het huidige loon van Roger onvoldoende is om aan alle schuldeisers een redelijk afbetalingsplan voor te stellen, moet hij worden doorverwezen naar de procedure voor collectieve schuldenregeling (CSR). Dat is de enige procedure die voor de onfortuinlijke Roger een financiële oplossing en gemoedsrust kan bieden.
In het kader van de CSR kunnen belastingschulden immers wel het voorwerp uitmaken van een schuldvermindering (in tegenstelling tot strafrechtelijke boetes 15 Artikel 110 van de Grondwet, alimentatieschulden, schulden als gevolg van het herstel van een lichamelijk letsel en schulden van een zelfstandige voor wie verschoonbaarheid of kwijtschelding is geweigerd16Art. 1675/13 §3 van het Gerechtelijk Wetboek).

Tien jaar geleden veroordeelde een rechter Claude tot het betalen van een onderhoudsgeld van € 100,00 per maand voor zijn 2 kinderen. Omdat Claude niet betaalde, deed de onderhoudsgerechtigde een beroep op de DAVO die een invorderingsprocedure startte. Claude begon dan € 50,00 per maand te betalen. Dat bedrag was weliswaar onvoldoende om het maandelijkse alimentatiegeld te dekken, maar was het hoogst haalbare met zijn leefloon. Nu heeft de FOD Financiën de zaak opnieuw opgenomen en beslag gelegd op zijn volledige inkomen. Claude, die niets meer heeft om van te leven, overlegt met u om een oplossing te vinden. Wat kunt u hem adviseren?


Allereerst dient opgemerkt dat het beheer van de invordering van DAVO-schulden sinds eind 2020 is overgedragen aan de Teams Invordering, specifieke “organen” van de FOD Financiën die reeds belast zijn met de inning van belastingschulden. Het doel hierbij was het centraliseren en rationaliseren van de procedure voor de invordering van de verschillende schulden aan de overheid. Dit heeft voor een omwenteling gezorgd in de invorderingsfilosofie: de Teams invordering hebben immers besloten om alle “slapende” DAVO-dossiers van onder het stof te halen en opnieuw op te starten. De techniek die hierbij gehanteerd wordt is het volledige beslag op het inkomen van de debiteuren, om hen te dwingen tot actie. Deze procedure kan normaal gesproken alleen worden ingeleid door de onderhoudsgerechtigde met het oog op de bescherming van de belangen van het kind, maar sinds 2015 heeft de DAVO ook het recht om beslag te leggen op bedragen onder het niet voor beslag vatbare minimum 17Art. 16 §2 van de wet van 21 februari 2003 tot oprichting van een Dienst voor alimentatievorderingen bij de FOD Financiën . Het beslag van Claude is bijgevolg volkomen wettelijk.

De Belastingdienst kan echter niet zomaar om het even wat doen en is verplicht zich te houden aan de ombudsnormen 18 http://www.federaalombudsman.be/nl/inhoud/ombudsnormen. Haar optreden wordt bijvoorbeeld geacht te beantwoorden aan het evenredigheidsbeginsel en zij mag een gebruiker niet zonder inkomen laten. Daarom stemt de administratie er doorgaans mee in om het beslag vanaf de eerste aanvraag te beperken, zodat de schuldenaar ten minste voldoende overhoudt om in zijn levensonderhoud te voorzien en “een menswaardig leven” te leiden. In het onderhavige geval echter, is de FOD niet alleen teruggekomen op een gesloten akkoord, maar ontneemt zij Claude bovendien de nodige middelen om in zijn levensonderhoud te voorzien.

Het eerste wat u moet doen, is daarom contact opnemen met het Team Invordering om hen te vragen het beslag te beperken tot een redelijk bedrag. Claude zal dan met een gedetailleerde budgetberekening moeten verantwoorden welk bedrag hij absoluut nodig heeft om te overleven en hoeveel hij kan besteden aan de afbetaling van de schuld (in dit geval bijvoorbeeld € 50,00/maand zoals voor het beslag).

Als de FOD weigert om het beslag te beperken, kan Claude een beroep doen op de Fiscale Bemiddelingsdienst 19Art. 71 van het WMGI, een niet-gerechtelijke instantie die tot doel heeft de standpunten van de schuldenaar en de administratie met elkaar te verzoenen en een voor beide partijen bevredigende oplossing te vinden. Men zou het een interne ombudsdienst van de FOD Financiën kunnen noemen. Een eenvoudig mailtje volstaat om de bemiddelingsdienst in te schakelen. Deze zal dan waarschijnlijk proberen om het beslag ongedaan te maken in ruil voor de belofte om het bedrag van de maandelijkse afbetaling te verhogen.

De bemiddelingsdienst kan echter geen enkele beslissing opleggen. Als er geen overeenstemming wordt bereikt, heeft Claude nog de optie om de zaak aanhangig te maken voor de beslagrechter. De kans dat hij gelijk haalt is echter klein, aangezien het beslag wettelijk is en de ombudsnormen niet bindend zijn.


  • 1
    Artikel 414, § 1 WIB 1992
  • 2
    Sinds 18/06/2021 kan de FOD Financiën “onder bepaalde voorwaarden” zelfs een afbetalingsplan aanvaarden per telefoon
  • 3
    Dit maximum kan sinds 18/06/2021 in bijzondere omstandigheden en in geval van structurele betalingsproblemen worden verlengd tot 18 maanden.
  • 4
    Of 18 maanden (zie noot onder punt 3)
  • 5
    Of 18 maanden (zie noot onder punt 3)
  • 6
    Die ook de titel draagt van Gewestelijk Directeur van het Regionaal Invorderingscentrum en hier kan worden opgezocht: https://eservices.minfin.fgov.be/annucomp/changeLanguage.do?language=nl_BE
  • 7
    Artikel 417 WIB 92 en art. 70 WMGI, het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering.
  • 8
    Behalve indien deze interesten werden betaald na de aanvraag tot vrijstelling.
  • 9
    Wet van 29 maart 2018
  • 10
    De ASR is een procedure die uit de praktijk is ontstaan en niet beschreven is in het WMGI. Ze is van toepassing op alle soorten schulden die door de FOD Financiën worden ingevorderd, inclusief DAVO-schulden en strafrechtelijke boetes.
  • 11
  • 12
    Opgelet: het formulier is nog niet bijgewerkt en gaat er nog steeds van uit dat het uitstel enkel geldt voor btw- en belastingschulden. Sinds de invoering van het WMGI is deze procedure echter ook van toepassing op schulden die vallen onder het WMGI.
  • 13
    De territoriaal bevoegde Adviseur-Generaal kan HIER worden opgezocht: https://eservices.minfin.fgov.be/annucomp/UI01_15_act01_loadSearch.do
  • 14
    Het beroep moet worden gericht aan de FOD Financiën, Beroepscommissie “Onbeperkt uitstel van invordering”, Koning Albert II-laan 33 – bus 44 te 1030 Brussel
  • 15
    Artikel 110 van de Grondwet
  • 16
    Art. 1675/13 §3 van het Gerechtelijk Wetboek
  • 17
    Art. 16 §2 van de wet van 21 februari 2003 tot oprichting van een Dienst voor alimentatievorderingen bij de FOD Financiën
  • 18
  • 19
    Art. 71 van het WMGI