Documenten nuttige documentatie Een tuchtklacht indienen in 2024

Een tuchtklacht indienen in 2024

Bijgewerkt op — Inhoudsjaar : 2024

Delen

Hieronder volgt een kort overzicht van wat er vanaf 2024 moet gebeuren om een tuchtklacht in te dienen.

Indienen van de klacht

Wie kan de klacht indienen ?

  • Een derde, dat wil zeggen iemand anders dan de deurwaarder zelf. Er is niet bepaald dat deze persoon een belang moet hebben bij het geschil, zodat iedereen een klacht kan indienen.
  • Een lid van de beroepsgroep, d.w.z. een andere deurwaarder.

De procureur des Konings, de Nationale Kamer of een van de arrondissementskamers hebben ook de bevoegdheid om een tuchtprocedure in te leiden. In dat geval gaat het echter niet om een klacht maar om een aangifte. Een klacht die door een particulier bij een van deze instanties wordt ingediend, kan dus ook leiden tot een tuchtprocedure, maar de uiteindelijke beslissing berust uitsluitend bij de betreffende instantie.

Opgelet: de klacht moet schriftelijk worden ingediend en gemotiveerd worden. Het is niet duidelijk of de auditeur de feiten kan herkwalificeren of dat hij de exacte bewoordingen van de klacht moet overnemen. Hoewel het belangrijk is om lichtzinnige of ongegronde klachten te vermijden, zou deze motiveringseis in de interne reglementen moeten worden verduidelijkt. Er moet immers rekening mee worden gehouden dat particulieren geen volleerde juristen zijn en dat hun klachten gegrond kunnen zijn, ook al zijn de tegen de deurwaarder aangevoerde feiten onhandig geformuleerd of juridisch slecht gemotiveerd.

Evenmin wordt vermeld wat er moet worden gedaan als de klacht niet over het gedrag van een bepaalde persoon gaat, maar over het optreden van een deurwaarderskantoor. En wat als dat kantoor in meerdere arrondissementen gevestigd is?

Wat gebeurt er met de klacht nadat deze is ingediend ?

De klacht wordt vervolgens overgemaakt aan een van de leden van het auditoraat, een orgaan van de NKGB dat is samengesteld uit 3 Franstalige en 3 Nederlandstalige gerechtsdeurwaarders uit verschillende arrondissementen, die door de Nationale Kamer zijn aangesteld voor een ambtstermijn van 3 jaar, die eenmaal kan worden verlengd.

Binnen een maand na ontvangst van de klacht stuurt de deurwaarder-auditeur het dossier door naar de deurwaarder die het voorwerp is van de klacht. Deze laatste heeft dan een maand de tijd om zijn opmerkingen te formuleren.

Vervolgens (ten laatste 2 maanden na de datum waarop de klacht werd ingediend) begint een termijn van 3 maanden te lopen (eenmaal verlengbaar met 1 maand) waarbinnen de deurwaarder-auditeur zijn verslag moet opstellen. Hij mag daarvoor bijkomende informatie opvragen bij de betrokken partijen en een met redenen omkleed advies vragen aan een andere deurwaarder of aan een derde deskundige.

Er zij op gewezen dat de deurwaarder-auditeur in deze fase van het onderzoek aan beide partijen een minnelijke schikking kan voorstellen en aldus het geschil kan oplossen zonder dat hij zijn verslag moet indienen.

1ste beslissing over de klacht

Uiterlijk 5 (of 6) maanden nadat de klacht of de aangifte is ingediend, stelt het auditoraat de klager en de betrokken deurwaarder in kennis van het gevolg dat aan de klacht of de aangifte zal worden gegeven. De wet is op dit punt niet erg duidelijk, maar wij denken dat het auditoraat een beslissing zal nemen op basis van het verslag van de deurwaarder-auditeur.

Het auditoraat kan:

  • het dossier zonder gevolg klasseren;
  • de betrokken deurwaarder een schikking voorstellen en de procedure beëindigen op basis van bijvoorbeeld de betaling van een geldsom. Dit kan alleen als de klacht is ingediend op basis van een aangifte van de Nationale Kamer of een van de arrondissementskamers (dus niet bij een klacht ingediend door een particulier);
  • de tuchtprocedure voor de Tuchtraad opstarten.

Noch de klager, noch de betrokken deurwaarder kunnen beroep aantekenen tegen deze beslissing. Alleen de instanties die een aangifte hebben ingediend, kunnen de beslissing aanvechten en de zaak voor de Tuchtraad brengen.

Er zij op gewezen dat er voor deze fase geen specifieke termijn aan het auditoraat is opgelegd. Bij overschrijding van de termijn van 5 (of 6) maanden is het enkel mogelijk om de aanstelling van een andere auditeur te vragen. Als het dossier 2 jaar na de indiening van de klacht nog steeds niet is overgedragen aan de Tuchtraad, wordt de procedure als verjaard beschouwd.

Overdracht aan de Tuchtraad

Indien besloten wordt om de procedure voort te zetten, wordt het dossier overgedragen aan de Tuchtraad, een orgaan bestaande uit een magistraat en 2 gerechtsdeurwaarders-assessoren die door de Nationale Kamer worden verkozen voor een termijn van 3 jaar (eenmaal hernieuwbaar). Binnen een termijn van ten minste één maand roept de Tuchtraad de deurwaarder waarop de klacht betrekking heeft, op voor een zitting. Deze datum wordt door de griffie tevens meegedeeld aan de deurwaarder-auditeur en aan de procureur des Konings van het arrondissement van de betrokken deurwaarder. De klager wordt geacht door de deurwaarder-auditeur “in kennis te worden gesteld” van de datum en de plaats van de zitting, maar er is niet voorzien in een termijn of een sanctie.

De klager heeft dus het recht om de zitting bij te wonen en er te worden gehoord, maar zal geen getuigen kunnen ondervragen. Dit houdt in dat hij de procedure waarschijnlijk niet meer à charge zal hoeven te voeren, zoals in de huidige regeling het geval is. Het is echter niet duidelijk of deze rol dan zal worden vervuld door de auditeur of door de procureur des Konings.

Beslissing van de Tuchtraad

Na de inleidende hoorzitting zal waarschijnlijk een kalender voor de uitwisseling van argumenten worden vastgesteld, die enkele maanden in beslag zal nemen, hoewel de wet hierover niets bepaalt. Binnen de maand na het einde van de zittingen doet de Tuchtraad bij geheime stemming uitspraak en kan zij de gerechtsdeurwaarder waarop de klacht betrekking heeft een van de volgende sancties opleggen:

  • een terechtwijzing;
  • een blaam;
  • een tuchtrechtelijke boete van € 125,00 tot € 25.000 die wordt betaald aan de Schatkist;
  • uitsluiting uit alle beroepsorganen vermeld in boek VI (NKGB – Tuchtraad, …) voor maximaal vijf jaar de eerste keer en tien jaar in geval van recidive;
  • een tijdelijke schorsing als gerechtsdeurwaarder;
  • de afzetting of, al naargelang het geval, de intrekking van de titel van deurwaarder.

Er zij op gewezen dat een tuchtrechtelijke boete tegelijk met een andere sanctie kan worden opgelegd.

Deze beslissing wordt door de griffie binnen de 15 dagen aan alle betrokken partijen (met inbegrip van de klager) meegedeeld. De vervolgde deurwaarder, de deurwaarder-auditeur en de procureur des Konings kunnen tegen deze beslissing beroep aantekenen. De klager heeft dit recht niet.