Documenten nuttige documentatie Bijstand van het OCMW : rechten en rechtsmiddelen van gebruikers

Bijstand van het OCMW : rechten en rechtsmiddelen van gebruikers

Bijgewerkt op — Inhoudsjaar : 2023

Delen

1. De wet

1. Volgens artikel 1 van de wet van 8 juli 1976 houdende organisatie van de OCMW’s heeft eenieder recht op sociale bijstand. Het doel van de sociale bijstand is iedereen in staat te stellen een menswaardig leven te leiden. Het OCMW heeft tot taak deze bijstand te verlenen.  Artikel 57, eerste lid, van de wet van 8 juli 1976 bepaalt uitdrukkelijk dat het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn tot taak heeft aan personen en gezinnen de door de gemeenschap verschuldigde bijstand te verlenen.

2. Om te worden toegekend, moet de bijstand worden aangevraagd. Er zijn geen formele vereisten voor deze aanvraag. De aanvraag kan schriftelijk of mondeling gebeuren. Wanneer de aanvraag schriftelijk gebeurt, moet zij door de betrokkene worden ondertekend. De aanvraag moet worden ingediend bij het OCMW van de gewone verblijfplaats van de aanvrager 1Viviane Lebe-Dessard, Questions relatives à l’aide sociale et au minimex, blz. 16, in CUP, Vol.VIII, 1996. De aanvraag kan worden ingediend door een minderjarige.

3. Alle aanvragen voor sociale bijstand waarover het centrum een beslissing moet nemen, moeten op de dag van ontvangst in chronologische volgorde worden ingeschreven in een register dat daartoe door het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn wordt bijgehouden. De aanvraag wordt ondertekend door de betrokkene of door de persoon die hij schriftelijk heeft aangewezen. Wanneer de aanvraag mondeling wordt gedaan, zet de betrokkene of de schriftelijk aangewezen persoon zijn handtekening in het daartoe bestemde vak in het register2artikel 58, lid 1, van de wet van 8 juli 1976.

4. Het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn moet de aanvrager nog dezelfde dag een ontvangstbewijs sturen of bezorgen3artikel 58, lid 2, van de wet van 8 juli 1976.

5. Het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn moet binnen een maand na de aanvraag een beslissing nemen over de steunaanvraag. Indien de beslissing negatief is of indien binnen een maand na ontvangst van de aanvraag geen beslissing is genomen, kan beroep worden aangetekend bij de arbeidsrechtbank. Het beroep moet, op straffe van verval, worden ingesteld binnen de drie maanden na de kennisgeving van de beslissing of de datum van het ontvangstbewijs. Bij ontstentenis van een beslissing van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn binnen de termijn van één maand, moet het beroep, op straffe van verval, worden ingediend binnen de drie maanden na de vaststelling van deze ontstentenis van een beslissing (artikel 71 van de wet van 8 juli 1976).

Indien het OCMW geen beslissing neemt binnen de maand na de aanvraag en de betrokkene binnen de drie maanden geen beroep instelt bij de arbeidsrechtbank, kan alsnog een nieuwe aanvraag om bijstand bij het OCMW worden ingediend, zelfs als er geen nieuwe feiten kunnen worden aangevoerd4Viviane Lebe-Dessard, op.cit. blz. 19.

Belang van het ontvangstbewijs van de aanvraag

De afdeling Maatschappelijk Welzijn van de vzw Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest geeft op haar website (www.ocmw-info-cpas.be) uitgebreid commentaar op de wetgeving. Er staat te lezen: “U kan uw aanvraag mondeling indienen door rechtstreeks naar het OCMW te gaan. U gaat dan naar het onthaal waar een personeelslid naar uw aanvraag zal luisteren. Tegelijkertijd wordt de aanvraag in een register ingeschreven.
Men zal u vragen het register te ondertekenen en u zal een ontvangstbewijs van uw steunaanvraag krijgen.”

Het ontvangstbewijs dat de aanvrager van de steun ontvangt, is van het grootste belang voor het goede verloop van de procedure.

Enerzijds begint op de datum van het ontvangstbewijs immers de termijn van één maand te lopen waarbinnen het OCMW een beslissing moet nemen. Anderzijds moet in geval van een gunstige beslissing de bijstand worden toegekend vanaf de datum van de aanvraag.

2. De praktijk

In de praktijk wordt de wet al te vaak niet nageleefd :

  • Het ontvangstbewijs wordt niet op de dag van de aanvraag overgemaakt aan de aanvrager, maar pas later (bijvoorbeeld 14 dagen later wanneer de maatschappelijk werker die het dossier behandelt, aanwezig is).
  • Soms wordt er zelfs geen ontvangstbewijs afgeleverd en wordt de aanvraag niet geregistreerd.
  • Sommige aanvragen worden onmiddellijk aan het onthaal afgewezen zonder te worden geregistreerd.
  • Beslissingen worden niet binnen de maand genomen, zoals de wet voorschrijft. Er worden hiervoor vaak budgettaire redenen (personeelsgebrek, te weinig middelen) aangehaald.

Deze vaststellingen zijn verontrustend en mogen de maatschappelijk werkers er niet van weerhouden een strikte toepassing van de wet te eisen in het belang van de kwetsbare personen.

Hiertoe hebben wij enkele modelbrieven opgesteld, die naar het OCMW kunnen worden gestuurd wanneer er geen ontvangstbewijs werd afgeleverd op de dag van de aanvraag of wanneer er binnen de maand geen beslissing werd genomen.

Deze brieven kunnen per e-mail of per aangetekende post worden verstuurd (zie de tabel met algemene adressen hieronder).

Sociale dienst OCMW
OCMW van d’Anderlechtcontactcenter@cpas-anderlecht.brussels
OCMW van Auderghempermanencesociale@cpas-auderghem.brussels
OCMW van Etterbeekinfo@ocmw-etterbeek.brussels
OCMW van Brusselinfo@ocmwbxl.brussels
OCMW van Elseneadm.cpasxl@cpasixelles.brussels
OCMW van Ukkelinfo@ocmwukkel.be
OCMW van Sint-Agatha-Bercheminfo@cpas-ocmwberchem.brussels
OCMW van Vorstinfosocial@cpas1190.brussels
OCMW van Jettecpas-ocmw@jette.irisnet.be
OCMW van Koekelberginfo.cpas-ocmw@koekelberg.brussels
OCMW van Sint-Jans-Molenbeekcontact@ocmw1080.brussels
OCMW van Sint-Joost-Ten-Nodesecretariat.cpasst-josse@cpassjtn.irisnet.be
OCMW van Schaarbeekinfo@cpas-schaerbeek.brussels
OCMW van Watermael-Bosvoortinfo@ocmw1170.brussels
OCMW van Sint-Lambrecht WoluweINFO@OCMW.WOLUWE1200.BE
OCMW van Sint-Pieter Woluweservicesocial.cpas@woluwe1150.be
OCMW van Sint Gilliscpas@cpasstgilles.brussels
OCMW van Everehttps://ocmwevere.brussels/contact/contact-sociale-dienst/
OCMW van Ganshoreninfo@cpasgan.irisnet.be

Indien een antwoord uitblijft, kunt u vervolgens een klacht indienen bij de Brusselse ombudsvrouw voor alle OCMW’s, behalve het OCMW van Schaarbeek dat een eigen dienst heeft. Klachten kunnen per post, per mail of telefonisch worden ingediend.

De ombudsvrouw van het OCMW van Schaarbeek
Klachten moeten ingediend worden
ofwel per mail naar: ombudsman@cpas-schaerbeek.brussels
ofwel per post naar het onderstaande adres:

Mevrouw Marie Buffin
ombudsvrouw
Reyerslaan, 70
1030 Schaarbeek
De dienst is ook telefonisch bereikbaar: 02/435 50 70


De Brusselse ombudsvrouw
Klachten moeten ingediend worden
ofwel per mail naar: klachten@ombuds.brussels
ofwel online op de website: https://www.ombudsman.be/nl/ombudsmannen
ofwel per post naar het onderstaande adres :

Mevrouw Catherine De Bruecker
Brusselse ombudsvrouw
Oud Korenhuis 1,
1000 Brussel
De dienst is ook telefonisch bereikbaar: 02/549 67 00
(maandag en donderdag van 14 u. tot 17 u., dinsdag, woensdag en vrijdag van 9 u. tot 12 u.) en ter plaatse na afspraak


BIJLAGEN (in het Frans)

OCMW – Aanvraag van een ontvangstbewijs (voor particulieren) (02-2023)

0. Modelbrief te versturen naar het OCMW wanneer geen ontvangstbewijs werd afgeleverd (voor particulieren)

OCMW – Aanvraag van een ontvangstbewijs (voor maatschappelijke werker) (02-2023))

1. Modelbrief te versturen naar het OCMW wanneer geen ontvangstbewijs werd afgeleverd (voor maatschappelijke werkers)

OCMW – geen beslissing binnen de maand (02-2023)

2. Modelbrief te versturen naar het OCMW wanneer binnen de maand geen beslissing is genomen.

OCMW – Klacht naar de Ombudsman (02-2023)

3. Modelbrief te versturen naar de ombudsman (Brusselse ombudsvrouw) wanneer het OCMW in gebreke blijft.

  • 1
    Viviane Lebe-Dessard, Questions relatives à l’aide sociale et au minimex, blz. 16, in CUP, Vol.VIII, 1996
  • 2
    artikel 58, lid 1, van de wet van 8 juli 1976
  • 3
    artikel 58, lid 2, van de wet van 8 juli 1976
  • 4
    Viviane Lebe-Dessard, op.cit. blz. 19