Boek XIX van het Wetboek van economisch recht (WER) bevat thans een nieuwe titel 3 gewijd aan de minnelijke schuldbemiddeling, die nu dus in de wet is opgenomen. Deze is van toepassing op alle bemiddelingsaanvragen die vanaf 10 juni 2024 worden ingediend.
De mening van het Steunpunt: Deze wet zal ongetwijfeld helpen om het bestaan en de tussenkomst van de diensten schuldbemiddeling wat meer legitimiteit te geven, maar ze zal geen revolutie teweeg brengen in de praktijk van de minnelijke bemiddelaars. De verplichting om een overeenkomst te ondertekenen bestaat bijvoorbeeld al in Vlaanderen en Wallonië. Wat het “moratorium” op procedures tegen de schuldenaar betreft, deze opschorting van de procedures is te beperkt in de tijd en zal waarschijnlijk geen bevredigende oplossing bieden voor schuldenaars met structurele schulden.
Definitie en doelstellingen van de minnelijke schuldbemiddeling1Art. XIX.16 tot XIX.19
Onder minnelijke schuldbemiddeling verstaat de wet “elke dienst, met uitzondering van het sluiten van een kredietovereenkomst bedoeld in artikel I.9, 39°, die tot doel heeft preventieve en/of curatieve bijstand te verlenen aan elke schuldenaar die financiële moeilijkheden ondervindt of niet in staat is zijn opeisbare of invorderbare schulden te betalen“. De minnelijke schuldbemiddeling heeft tot doel “een duurzame oplossing te vinden voor de financiële moeilijkheden van de schuldenaar” en “de schuldenaar te helpen met diens verplichtingen ten aanzien van de schuldeisers, voor zover dit de schuldenaar en zijn gezin in staat stelt om een levensstandaard te behouden in overeenstemming met de menselijke waardigheid“. Zij kan enkel worden opgestart op verzoek van de schuldenaar.
Deze wet is van toepassing op elke minnelijke schuldbemiddeling voor een schuldenaar natuurlijk persoon, met inbegrip van consumenten in de zin van het WER.
Rol en verplichtingen van de minnelijke schuldbemiddelaar2Art. XIX.20 tot XIX.24
De wet bevat een beperkende opsomming van de personen die mogen optreden als minnelijke schuldbemiddelaar, alsook de voorwaarden waaraan ze moeten voldoen. De wet bepaalt ook dat, hoewel de bemiddelaar tussenkomt op verzoek van de schuldenaar, hij een bemiddelaar is tussen de schuldenaar en zijn schuldeisers en zijn rol dient te vervullen met gepaste zorgvuldigheid.
De bemiddelaar is verplicht om elk belangenconflict ten aanzien van de schuldenaar bekend te maken voordat hij de bemiddeling aanvangt of voortzet. In een dergelijke situatie mag de bemiddelaar de bemiddeling alleen aanvaarden of voortzetten als hij en de schuldenaar uitdrukkelijk verklaren dat het belangenconflict zijn onafhankelijkheid niet in het gedrang brengt. Deze verplichting blijft gelden gedurende het volledige traject van de minnelijke schuldbemiddeling.
De wet benadrukt ook dat de minnelijke schuldbemiddelaar gebonden is door het beroepsgeheim. Hij mag de informatie die hij ontvangt in het kader van de uitoefening van zijn functie niet delen met derden, noch met de schuldeisers informatie delen die niet strikt noodzakelijk is voor de uitoefening van zijn functie. In voorkomend geval moet hij de voorafgaande toestemming bekomen van de schuldenaar.
De minnelijke schuldbemiddelaar kan, met voorafgaande toestemming van de schuldenaar, contact opnemen met alle personen en instellingen om informatie te verzamelen over de schulden van de schuldenaar, wanneer nodig voor het verwerken en opvolgen van de minnelijke schuldbemiddeling.
Aanvang van de minnelijke schuldbemiddeling3Art. XIX.25 en XIX.26
De minnelijke schuldbemiddeling mag niet aanvangen voordat de minnelijke schuldbemiddelaar en de schuldenaar een overeenkomst hebben ondertekend waarin onder meer zijn vastgesteld:
- de bekendmaking van elk belangenconflict
- de omvang van het mandaat van de minnelijke schuldbemiddelaar
- het doel en de grenzen van de minnelijke schuldbemiddeling
- de rechten en plichten van de minnelijke schuldbemiddelaar en de schuldenaar
- de beschikbare procedures voor klachtenafhandeling van de schuldenaar tegen de minnelijke schuldbemiddelaar, de bevoegde instanties die er kennis van nemen alsook de te respecteren formaliteiten en termijnen
- de beginselen en regels die van toepassing zijn op de verwerking en overdracht van persoonsgegevens door de minnelijke schuldbemiddelaar
- de eventuele kosten van de procedure
- de vermelding dat bepaalde stappen die de schuldbemiddelaar in het kader van zijn opdracht onderneemt de voorafgaande toestemming van de schuldenaar vereisen
Door de overeenkomst te ondertekenen, wordt de schuldenaar automatisch verondersteld aan de minnelijke schuldbemiddelaar zijn voorafgaande toestemming te hebben gegeven voor wat betreft volgende punten:
- het delen met de schuldeisers van informatie (die strikt noodzakelijk is voor de uitoefening van zijn functie)
- via elk communicatiemiddel contact opnemen met alle personen en instellingen om informatie te verzamelen over de schulden van de schuldenaar
- de schuldeisers vragen om een bijgewerkte staat van hun schuldvorderingen, vergezeld van bewijsstukken
In alle andere gevallen, daarentegen, waarin de toestemming van de schuldenaar vereist is, rust de bewijslast van de toestemming van de schuldenaar op de minnelijke schuldbemiddelaar, zodat deze telkens de uitdrukkelijke toestemming van de schuldenaar dient te bekomen.
Tijdens de eerste gesprekken met de schuldenaar moet de minnelijke schuldbemiddelaar er op toezien dat de schuldenaar goed geïnformeerd wordt over het kader en de beperkingen van de minnelijke schuldbemiddeling en over de rechten en plichten van elke partij. Bovendien moet hij, na te hebben beoordeeld of een minnelijke schuldbemiddeling relevant is, de schuldenaar informeren over het bestaan van alternatieve oplossingen, de voorwaarden voor de uitvoering ervan en hun praktische gevolgen voor zijn rechten en verplichtingen.
Tijdens de minnelijke schuldbemiddeling4Art. XIX. 27
De minnelijke schuldbemiddelaar begeleidt de schuldenaar tijdens de volledige duur van zijn opdracht en voorziet in zoveel gesprekken met de schuldenaar als nodig is. Hij moet alle mogelijkheden en alternatieven presenteren die de schuldenaar ter beschikking staan en hun gevolgen, zodat de schuldenaar weloverwogen beslissingen kan nemen.
Analyse van de situatie van de schuldenaar en inventaris van de schulden5Art. XIX. 28 en 29
De minnelijke schuldbemiddelaar neemt kennis van de algemene situatie van de schuldenaar en stelt zijn budget vast. Dat budget moet hem en zijn partner en/of elke persoon die met hem samenwoont een menswaardig bestaan garanderen. De bemiddelaar moet de schuldenaar op de hoogte brengen van de sociale rechten waarvoor hij in aanmerking komt of hem adviseren over de stappen die hij moet ondernemen om van deze rechten te kunnen genieten.
Er moet een inventaris opgesteld worden van de schulden van de schuldenaar. Hiertoe kan de bemiddelaar, met voorafgaande toestemming van de schuldenaar, de schuldeisers om een bijgewerkte staat van hun schuldvorderingen vragen, vergezeld van bewijsstukken. Wanneer hij contact opneemt met de schuldeisers, zorgt de minnelijke schuldbemiddelaar ervoor dat de rechten van de schuldenaar gevrijwaard blijven, en hij controleert de wettigheid van de gevorderde bedragen op basis van de door de schuldeisers verstrekte documenten en staten. Indien hij gronden tot betwisting vaststelt, informeert de bemiddelaar de schuldenaar daarover. Deze laatste kan de bijstand van de minnelijke schuldbemiddelaar inroepen om contact op te nemen met de schuldeisers om de redenen van de betwisting uit te leggen. Als de schuldeiser de betwisting niet aanvaardt, informeert de schuldbemiddelaar de schuldenaar over de minnelijke en/of gerechtelijke stappen die nog kunnen worden ondernomen. De schuldbemiddelaar mag de schuldenaar evenwel nooit in de rechtbank vertegenwoordigen.
Vertrouwelijkheid van persoonsgegevens6Art. XIX.30
In het kader van de minnelijke schuldbemiddeling verwerkt de minnelijke schuldbemiddelaar tal van persoonsgegevens over de verschillende betrokken personen: de schuldenaar; de werknemers en vertegenwoordigers van de schuldeisers; de partner en/of elke persoon die samenwoont met de schuldenaar. De wet bepaalt welke gegevens mogen worden verwerkt om de doelstellingen van de schuldbemiddeling te realiseren. Deze gegevens mogen niet langer worden bewaard dan nodig is voor de doeleinden waarvoor ze worden verwerkt, en mogen (behoudens andersluidende wettelijke bepaling) niet langer bewaard worden dan gedurende een periode van tien jaar vanaf het einde van de minnelijke schuldbemiddeling.
Onderhandelingen met schuldeisers7Art. XIX. 31 tot 33
In zijn relaties met schuldeisers dient de minnelijke schuldbemiddelaar altijd te handelen in overleg met en met instemming van de schuldenaar. Hij moet erop toezien dat realistische voorstellen voor aflossing worden opgesteld na een zorgvuldig en nauwgezet onderzoek van de situatie van de schuldenaar en steeds met diens instemming. De schuldeisers zijn vrij om de aan hen voorgelegde afbetalingsplannen en overeenkomsten te aanvaarden of te weigeren. Ze kunnen ook tegenvoorstellen doen. Het staat de schuldeisers ook vrij om te weigeren deel te nemen aan een minnelijke schuldbemiddeling.
Uitvoering/controle van de overeenkomsten8Art. XIX. 34 tot 36
Behalve wanneer hij verzoekt om de bijstand van een minnelijke schuldbemiddelaar, is het aan de schuldenaar zelf om de betalingen aan de schuldeisers te doen. De minnelijke schuldbemiddelaar heeft de verplichting om de schuldenaar regelmatig te ontmoeten teneinde de ontwikkeling van zijn situatie en de uitvoering van de aangegane overeenkomsten op te volgen. In geval van wijziging van de financiële situatie van de schuldenaar stelt de minnelijke schuldbemiddelaar, in overleg met de schuldenaar en met diens instemming, eventuele wijzigingen van de oorspronkelijk overeengekomen aflossingsvoorwaarden voor. De schuldenaar en de schuldeiser hebben de mogelijkheid om eenzijdig en zonder opgave van redenen de overeenkomst op te zeggen.
Mislukking van de onderhandelingen en alternatieve oplossingen9Art. XIX. 37 en 38
Indien de onderhandelingen mislukken of indien de schuldbemiddelaar van oordeel is dat de minnelijke schuldbemiddeling niet of niet langer zal leiden tot het herstel van de financiële situatie van de schuldenaar in menswaardige levensomstandigheden, moet hij de schuldenaar in kennis stellen van de alternatieve oplossingen voor de minnelijke schuldbemiddeling. Ook moet hij hem de voorwaarden voor de toepassing ervan uitleggen, alsook de concrete gevolgen ervan voor zijn rechten en verplichtingen. De minnelijke schuldbemiddelaar is evenwel niet onderworpen aan een resultaatsverbintenis wat betreft het welslagen van de minnelijke schuldbemiddeling.
Verplichtingen van de schuldenaar10Art. XIX. 39
De schuldenaar heeft de verplichting om gedurende de gehele procedure loyaal en volledig met de minnelijke schuldbemiddelaar samen te werken, met name door:
- de administratieve stappen uit te voeren die met de minnelijke schuldbemiddelaar werden overeengekomen
- alle informatie en documenten te verstrekken die nodig zijn om zijn algemene situatie te beoordelen
- de schuldbemiddelaar onmiddellijk op de hoogte te brengen van elke wijziging in zijn situatie die een invloed zou kunnen hebben op de uitvoering van de terugbetalingsovereenkomsten of de voortzetting van de minnelijke schuldbemiddeling
- zelf geen stappen te ondernemen ten aanzien van zijn schuldeisers zonder voorafgaand overleg met de minnelijke schuldbemiddelaar
Beëindiging van de minnelijke schuldbemiddeling11Art. XIX. 40 tot 42
De schuldenaar kan de minnelijke schuldbemiddeling op elk ogenblik beëindigen, zonder opgave van reden.
De minnelijke schuldbemiddelaar van zijn kant, kan de minnelijke schuldbemiddeling beëindigen in de volgende gevallen:
- de schuldenaar komt, ondanks een eerste waarschuwing, zijn verplichtingen niet na (opzegtermijn = minimaal 1 maand)
- de schuldbemiddelaar voldoet niet meer aan de voorwaarden van onafhankelijkheid (opzegtermijn = minimaal 1 maand)
- de minnelijke schuldbemiddeling kan niet langer worden voortgezet onder bevredigende voorwaarden (opzegtermijn = minimaal 2 maanden)
- de schuldenaar is verhuisd waardoor de openbare of particuliere erkende instellingen voor minnelijke schuldbemiddeling niet langer territoriaal bevoegd zijn
De schuldbemiddelaar stelt de schuldeisers ten laatste voor het einde van zijn opdracht in kennis van het einde van zijn opdracht.
Kosten van de minnelijke schuldbemiddeling12Art. XIX. 43 en 44
Erkende openbare of particuliere instellingen mogen geen andere vergoedingen vragen dan die welke zijn opgenomen in een lijst van de gewestelijke autoriteit die de voorwaarden voor hun erkenning vaststelt. Advocaten, ministeriële ambtenaren en gerechtelijke mandatarissen in de uitoefening van hun beroep of functie kunnen hun honoraria en kosten vrij vaststellen. Zij moeten de schuldenaar duidelijk op de hoogte brengen van de door hen aangerekende honoraria en kosten, voordat de overeenkomst wordt ondertekend. Zij moeten de schuldenaar ook informeren over het bestaan van goedkope of zelfs gratis alternatieven.
- 1Art. XIX.16 tot XIX.19
- 2Art. XIX.20 tot XIX.24
- 3Art. XIX.25 en XIX.26
- 4Art. XIX. 27
- 5Art. XIX. 28 en 29
- 6Art. XIX.30
- 7Art. XIX. 31 tot 33
- 8Art. XIX. 34 tot 36
- 9Art. XIX. 37 en 38
- 10Art. XIX. 39
- 11Art. XIX. 40 tot 42
- 12Art. XIX. 43 en 44