Met de wet van 15 mei 2024 betreffende de bestrijding van overmatige schuldenlast en de bescherming van ondernemingen in moeilijkheden, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 1 juli laatstleden, werden tal van nieuwigheden ingevoerd op het vlak van de bestrijding van overmatige schuldenlast. We schreven hierover reeds een artikel, gepubliceerd op 17 februari 20251https://www.mediationdedettes.be/nl/documentation_utile/wet-houdende-maatregelen-in-de-strijd-tegen-de-overmatige-schuldenlast-en-ter-bescherming-van-ondernemingen-in-moeilijkheden-15-mei-2024/.
Onder de maatregelen die binnenkort van toepassing zullen zijn, noteren we in het bijzonder de registratie van het bericht van schuldbemiddeling door een gerechtsdeurwaarder in het Centraal Bestand van Berichten van beslag. Deze verplichting, voorzien in artikel 1390octies §3 van het Gerechtelijk Wetboek, treedt in werking op 1 juli 2025. Naar onze mening is dit een stap in de goede richting, hoewel er ook enkele bedenkingen kunnen worden gemaakt.
I. De rechtsgrondslag: het nieuwe artikel 1390octies §32https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi_loi/article.pl?language=nl&dt=CODE+JUDICIAIRE&fr=f&choix1=ET&trier=promulgation&lg_txt=n&type=&sort=&numac_search=1967101056&cn_search=&caller=list&&view_numac=1967101056fx2022b30600fx1804032130fr#Art.1390septies van het Gerechtelijk Wetboek
Artikel 1390octies §3 van het Gerechtelijk Wetboek luidt als volgt:
Art. 1390octies (…)
§ 3. Wanneer de schuldbemiddelaar zoals bedoeld in artikel VII.115 van het Wetboek van economisch recht een minnelijke schuldbemiddeling opstart, laat deze hiervan door een door hem aangewezen gerechtsdeurwaarder een bericht van minnelijke schuldbemiddeling neerleggen in het bestand van berichten bedoeld in artikel 1389bis/1. De schuldbemiddelaar die gerechtsdeurwaarder is, legt dit bericht zelf neer. Het bestand van berichten geeft de schuldbemiddelaar die het bericht heeft laten neerleggen daarvan een automatische melding via gepaste informaticatechnieken.
In afwijking van artikel 1390septies, vierde lid, wordt het bericht van minnelijke schuldbemiddeling geschrapt op vraag van de schuldbemiddelaar bij het einde van de schuldbemiddeling door een door hem aangewezen gerechtsdeurwaarder of automatisch na vijf jaar. De schuldbemiddelaar die gerechtsdeurwaarder is, schrapt dit bericht zelf.
Voor de neerlegging en de schrapping van dit bericht door de gerechtsdeurwaarder kunnen geen kosten worden aangerekend.
§ 4. De berichten bedoeld in de paragrafen 1 tot 3 vermelden:
1° de identiteit van de optredend gerechtsdeurwaarder;
2° wanneer het een schuldenaar natuurlijk persoon betreft, de naam, de voornamen, de woonplaats of, in voorkomend geval, de verblijfplaats, de geboortedatum, en, in voorkomend geval, het ondernemingsnummer;
3° wanneer het een schuldenaar rechtspersoon betreft, de benaming, de rechtsvorm, het adres van de zetel en het ondernemingsnummer.
Het bericht bedoeld in paragraaf 3 vermeldt ook de naam en contactgegevens van de schuldbemiddelaar.
Laten we eens kijken wat dit artikel precies inhoudt en de procedure die het vastlegt…
A. De neerlegging van het bericht door een schuldbemiddelaar zoals bedoeld in artikel VII.1153https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi_loi/article.pl?language=nl&lg_txt=n&type=&sort=&numac_search=&cn_search=2013022819&caller=eli&&view_numac=2013022819fr#LNK0238 van het Wetboek van economisch recht 4Art. VII.115. “De schuldbemiddeling is verboden, behalve: 1° wanneer zij wordt verricht door een advocaat, een ministerieel ambtenaar of een gerechtelijk mandataris in de uitoefening van zijn beroep of zijn ambt; 2° wanneer zij wordt verricht door overheidsinstellingen of door particuliere instellingen die daartoe door de bevoegde overheid zijn erkend”.
We hoeven niet verder in te gaan op deze voorwaarde, die betrekking heeft op erkende diensten schuldbemiddeling.
B. Het opstarten van een minnelijke schuldbemiddeling
Het toekomstige artikel bepaalt dat het bericht moet worden gepubliceerd bij het opstarten van de minnelijke schuldbemiddeling.
Sinds de invoering van Titel 3, getiteld “Minnelijke schuldbemiddeling”, in Boek XIX van het Wetboek van Economisch Recht, start de minnelijke schuldbemiddeling thans met de ondertekening van de overeenkomst5 Zie ook onze modelovereenkomst: https://www.mediationdedettes.be/nl/outils_mediateurs/overeenkomst-voor-minnelijke-schuldbemiddeling, overeenkomstig artikel XIX.25 §16https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi_loi/article.pl?language=nl&lg_txt=n&type=&sort=&numac_search=&cn_search=2013022819&caller=eli&&view_numac=2013022819fr#LNK0796.
De mening van het Steunpunt: de toestemming van de schuldenaar is niet opgenomen in de tekst van artikel 1390octies §3, zodat de schuldenaar geen keuze lijkt te hebben wat betreft de neerlegging van het bericht bij het CBB. Sommige schuldenaars zouden kunnen weigeren om in het bestand te worden opgenomen en daarmee het idee om een schuldbemiddeling te starten, laten varen. Het is essentieel om ervoor te zorgen dat deze nieuwe verplichting schuldenaars met (overmatige) schulden niet ontmoedigt om een beroep te doen op een dienst schuldbemiddeling, uit angst voor een registratie in het centraal bestand.
Daarnaast kan de automatische registratie (door het opstarten van een minnelijke schuldbemiddeling) vragen oproepen bij sommige schuldenaren met niet al te hoge schulden (bijvoorbeeld een schuldenaar die een dienst schuldbemiddeling raadpleegt omdat hij moeite heeft met het betalen van de jaarlijkse energieafrekening).
C. Een deurwaarder aangewezen door de schuldbemiddelaar
De keuze van gerechtsdeurwaarder is vrij: de dienst schuldbemiddeling kan vrij beslissen op welke gerechtsdeurwaarder zij een beroep wenst te doen om het bericht van schuldbemiddeling neer te leggen. Er zal echter rekening moeten worden gehouden met eventuele interne procedures die specifiek zijn voor bepaalde diensten, die mogelijk (op dit ogenblik is er nergens klaarheid over) een openbare aanbesteding zullen moeten uitschrijven of de bestaande aanbesteding zullen moeten wijzigen zodanig dat de neerlegging van het bericht van minnelijke schuldbemiddeling wordt opgenomen in de taken van de aangewezen gerechtsdeurwaarder.
Als we ervan uitgaan dat er een openbare aanbesteding moet worden uitgeschreven, kunnen we ons ook afvragen op basis van welke criteria de gunning zal plaatsvinden, aangezien de prijs geen bepalend criterium kan zijn (de publicatie is immers gratis).
De mening van het Steunpunt: we zullen de subsidiërende instanties zeker om opheldering vragen over dit onderwerp.
D. De schrapping van het bericht
De schrapping van het bericht zal gebeuren:
- Op vraag van de schuldbemiddelaar7Zie onze modelbrief in dit verband – alleen beschikbaar in het Frans.;
- Automatisch na 5 jaar.
De mening van het Steunpunt: de automatische schrapping van het bericht na 5 jaar roept vragen op, aangezien sommige bemiddelingsprocedures zich over meerdere jaren en soms meer dan 5 jaar kunnen uitstrekken. Bovendien legt het Wetboek van Economisch Recht geen maximumduur op voor de minnelijke schuldbemiddeling. Wat gebeurt er dan met dossiers die na 5 jaar nog niet afgesloten zijn? Moet de bemiddelaar in voorkomend geval een nieuw bericht neerleggen in het CBB, hoewel er uitdrukkelijk geen nieuwe schuldbemiddeling wordt opgestart, zoals de tekst voorschrijft? Dit punt moet worden uitgeklaard.
Ook wordt in de tekst niet gespecificeerd of de deurwaarder die het bericht schrapt dezelfde deurwaarder moet zijn die het bericht oorspronkelijk heeft neergelegd. Enige uitleg vanwege de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders zou hier welkom zijn.
E. Kosteloosheid van de neerlegging van het bericht
In de tekst wordt gesteld dat “voor de neerlegging en de schrapping van dit bericht door de gerechtsdeurwaarder geen kosten kunnen worden aangerekend“. Zowel de neerlegging als de schrapping van het bericht zijn gratis.
In dit opzicht “treedt de gerechtsdeurwaarder op zonder enig persoonlijk belang of winstoogmerk”8 M-C. BAUCHE et J. JANSSENS DE VAREBEKE « Lutte contre le surendettement : l’Huissier de justice, auteur clé de nouvelles protections », Bulletin des Procédures et Voies d’Exécution, 2024, n° 33, p. 5.
Gezien de wens van de wetgever om minnelijke oplossingen aan te moedigen en te voorkomen dat schulden uit de hand lopen 9Kamer van volksvertegenwoordigers, Parlementaire stukken, zittingsperiode 2024-2025, nr. 55-3883/002, p.3., is het volledig gerechtvaardigd dat zowel de neerlegging als de schrapping van dit bericht kosteloos gebeurt.
F. De vermeldingen opgenomen in het bericht
De tekst somt ook de gegevens op die in het bericht zullen worden opgenomen, te weten:
- De identiteit van de optredende gerechtsdeurwaarder;
- Wanneer het een schuldenaar natuurlijk persoon betreft: de naam, de voornamen, de woonplaats of, in voorkomend geval, de verblijfplaats, de geboortedatum, en, in voorkomend geval, het ondernemingsnummer;
- Wanneer het een schuldenaar rechtspersoon betreft: de benaming, de rechtsvorm, het adres van de zetel en het ondernemingsnummer;
- De naam en contactgegevens van de schuldbemiddelaar.
II. GEVOLGEN VAN DE RAADPLEGING VAN HET CBB
A. Voor de deurwaarder
Artikel 1391§210https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi_loi/article.pl?language=nl&dt=CODE+JUDICIAIRE&fr=f&choix1=ET&trier=promulgation&lg_txt=n&type=&sort=&numac_search=1967101056&cn_search=&caller=list&&view_numac=1967101056fx2022b30600fx1804032130fr#Art.1391 van het Gerechtelijk Wetboek (dat ook van toepassing zal zijn vanaf 1 juli 2025) bepaalt:
“Geen betekening van een vonnis dat een veroordeling tot betalen bevat, geen betekening van een bevel tot betalen, geen uitvoerend beslag, geen betekening van aanmaning tot betalen, geen dagvaarding tot betalen van een geldsom, geen procedure van verdeling kan plaatsvinden zonder voorafgaande raadpleging door de ministeriële ambtenaar van de berichten opgesteld met toepassing van de artikelen (…) 1390octies, §§ 2 en 3“.
De mening van het Steunpunt: Leidt het niet raadplegen van het CBB vóór de betekening van de in artikel 1391 van het Gerechtelijk Wetboek opgesomde stukken tot de nietigheid van het stuk in kwestie? Bij gebrek aan een duidelijke sanctie moet het antwoord ontkennend luiden. Dat kan worden betreurd gelet op de wens van de wetgever om te voorkomen dat personen die al in financiële moeilijkheden verkeren, worden geconfronteerd met gerechtelijke procedures en de daarbij horende kosten, en vervolgens nog eens met de kosten van tenuitvoerlegging door een deurwaarder.
Bovendien, en in overeenstemming met artikel 1391bis11https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi_loi/article.pl?language=nl&dt=CODE+JUDICIAIRE&fr=f&choix1=ET&trier=promulgation&lg_txt=n&type=&sort=&numac_search=1967101056&cn_search=&caller=list&&view_numac=1967101056fx2022b30600fx1804032130fr#Art.1391 van het Gerechtelijk Wetboek, moet de gerechtsdeurwaarder die optreedt in naam van een schuldeiser en die, door de raadpleging van het CBB, kennis neemt van het bericht van minnelijke schuldbemiddeling, contact opnemen met de schuldbemiddelaar die in het bestand is opgenomen om hem een aangifte van schuldvordering te sturen.
B. Voor de minnelijke schuldbemiddelaar
De dienst schuldbemiddeling die in deze context wordt gecontacteerd door een gerechtsdeurwaarder heeft één maand de tijd om de deurwaarder te laten weten wat er zal gebeuren met de ingevorderde bedragen (opname in de aanzuiveringsregeling, betalingsvoorstel, enz.). Merk op dat de parlementaire voorbereiding preciseert dat de schuldbemiddelaar zich niet louter mag beperken tot het bevestigen van de ontvangst van de aangifte van schuldvordering 12Kamer van volksvertegenwoordigers, Parlementaire stukken, zittingsperiode 2024-2025, nr. 55-3883/001, p.17..
Deze termijn vormt geen moratorium, maar wel “een wachttermijn in het belang van zowel de schuldenaar als de schuldeiser om een minnelijk overleg aan te gaan en alternatieve invorderingsoplossingen te bevorderen voordat er extra gerechtelijke kosten worden gemaakt die nutteloos zouden zijn” 13Ibid..
Met dien verstande dat, indien de gerechtsdeurwaarder geen antwoord ontvangt binnen de voorziene termijn of indien er geen afbetalingsregeling kan worden overeengekomen met de bemiddelaar, de deurwaarder de invorderingsprocedure mag voortzetten14Ibid..
III. CONCLUSIE
Hoewel deze nieuwe maatregel op het eerste gezicht lijkt te moeten worden toegejuicht (of in ieder geval niet al te negatief moet worden beoordeeld…), roept hij toch nog een aantal vragen op. De maatregel lijkt een erkenning van de sector in te houden, die al was ingezet met de publicatie van Titel 3 van Boek XIX van het Wetboek van Economisch Recht.
De publicatie van het bericht is ook bedoeld als extra bescherming van schuldenaren met (te) hoge schulden, die zich tot een dienst schuldbemiddeling wenden voor hulp.
Het bericht geeft de schuldeisers een extra indicatie van de financiële problemen van de schuldenaar en moet helpen voorkomen dat ze zinloze invorderingsmaatregelen blijven nemen, die de schuld alleen maar doen toenemen.
We kunnen alleen maar hopen dat de gerechtsdeurwaarders het bestand van berichten nauwgezet en consequent zullen raadplegen en dat ze snel contact zullen opnemen met de verantwoordelijke schuldbemiddelaar, om zo tot een passende oplossing te komen, met respect voor alle partijen.
Toch zetten we vraagtekens bij het evenredige karakter van de nieuwe verplichting die aan de diensten schuldbemiddeling wordt opgelegd ten aanzien van álle schuldenaren. Enige nuancering zou hier welkom zijn geweest.
Het bericht van minnelijke schuldbemiddeling lijkt immers minder aangewezen in het geval van schuldenaren met een “kleine schuldenlast” of die tijdelijke financiële moeilijkheden ondervinden en die door de registratieplicht zouden kunnen worden afgeschrikt, met als resultaat dat ze de beschikbare hulp afwijzen.
De kwestie van de aanstelling van de deurwaarder moet ook zo snel mogelijk worden opgehelderd, zodat de diensten weten tot wie ze hun verzoeken moeten richten.
Tot slot zijn er nog andere punten van zorg, zoals de maximale duur van publicatie van het bericht en het ontbreken van sancties als de schuldeiser nalaat om het CBB te raadplegen voordat hij gerechtelijke invorderingsmaatregelen neemt.
De tekst gaat ook niet in op de gevolgen van een eventuele weigering van de schuldenaar: het lijkt er dus op dat de schuldenaar geen keuze heeft.
De effectiviteit van deze nieuwe maatregel en de gevolgen ervan zullen hoe dan ook pas na verloop van tijd kunnen worden beoordeeld. Wordt ongetwijfeld vervolgd!
- 1
- 2
- 3
- 4Art. VII.115. “De schuldbemiddeling is verboden, behalve: 1° wanneer zij wordt verricht door een advocaat, een ministerieel ambtenaar of een gerechtelijk mandataris in de uitoefening van zijn beroep of zijn ambt; 2° wanneer zij wordt verricht door overheidsinstellingen of door particuliere instellingen die daartoe door de bevoegde overheid zijn erkend”.
- 5Zie ook onze modelovereenkomst: https://www.mediationdedettes.be/nl/outils_mediateurs/overeenkomst-voor-minnelijke-schuldbemiddeling
- 6
- 7Zie onze modelbrief in dit verband – alleen beschikbaar in het Frans.
- 8M-C. BAUCHE et J. JANSSENS DE VAREBEKE « Lutte contre le surendettement : l’Huissier de justice, auteur clé de nouvelles protections », Bulletin des Procédures et Voies d’Exécution, 2024, n° 33, p. 5
- 9Kamer van volksvertegenwoordigers, Parlementaire stukken, zittingsperiode 2024-2025, nr. 55-3883/002, p.3.
- 10
- 11
- 12Kamer van volksvertegenwoordigers, Parlementaire stukken, zittingsperiode 2024-2025, nr. 55-3883/001, p.17.
- 13Ibid.
- 14Ibid.